der goed de vermoeienis, de vergeefsche
vervolgingen, de bewegingen zonder samenhang, het onrustige van een
nachtverblijf. Hij weet meesterlijk talmen en wachten te beschrijven.
[921]
In het sobere en exacte verhaal van de uiterlijke omstandigheden van een
gebeurtenis bereikt hij soms zelfs een bijna tragische kracht, zooals in
dat van den dood van den jongen Gaston Phebus, door zijn vader in drift
doorstoken. [922]--Hij werkt zoo fotografisch, dat men onder zijn
woorden de qualiteit van de vertellers, die hem zijn eindelooze faits
divers meedeelden, kan herkennen. Alles bij voorbeeld, wat hij dankt aan
zijn reisgenoot den ridder Espaing du Lyon, is voortreffelijk verteld.
Overal waar de litteratuur eenvoudig observeerend werkt, zonder
belemmering door conventie, is zij met de schilderkunst vergelijkbaar,
al evenaart zij haar niet.
Juist omdat het aankomt op de onbevangen observatie van een geval, dat
verhaald zal worden, moet men de litteraire schilderingen, die de
schilderkunst het meest nabij komen, niet zoeken in de beschrijving der
natuur. Want deze berust in de vijftiende eeuw nog niet op directe
onbevangen observatie. Men vertelt een geval, omdat het belang inboezemt,
en geeft dan de uiterlijke omstandigheden weer, zooals een gevoelige
plaat ze opneemt. Van een bewust litterair procede is daar nog geen
sprake. Maar de natuurschildering, die in de schilderkunst als accessoire
fungeert, dus onbevangen geschiedt, is in de letterkunde een bewust
kunstmiddel. In de schilderkunst was de natuurafbeelding louter bijwerk,
en kon daardoor zuiver en sober blijven. Juist omdat de vergezichten
er voor het onderwerp niet op aan kwamen, niet deel hadden in den
hieratischen stijl, konden de schilders der vijftiende eeuw in hun
landschap een mate van harmonische natuurlijkheid geven, die de strenge
ordonnantie van hun onderwerp hun nog in de hoofdvoorstelling ontzegde.
De Egyptische kunst vertoont van dit verschijnsel een zuivere parallel:
zij geeft in het modelleeren van een slavenfiguurtje, omdat het niet ter
zake doet, den vormencode prijs, die anders de menschelijke gestalte
verwringt, zoodat dan de mensenfiguren dezelfde onvergelijkelijke sobere
natuurgetrouwheid bezitten als de dierfiguren.
Hoe minder verband het landschap houdt met de centrale voorstelling, des
te harmonischer en natuurlijker wordt het in zich zelf afgesloten.
Achter de drukke, bizarre, pompeuze aanbidding der koningen in de _Tres
riches heures de Ch
|