FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353  
354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   >>   >|  
mille Lemonnier? Dan volgt de beschrijving van den nachtelijken dwaaltocht door velden en bosschen, waarin het levendste naturalisme en een zonderling gewichtig doende, moraliseerende rhetoriek merkwaardig zijn dooreengemengd. Vermoeid en hongerig zwerft de hertog rond; op zijn roepen klinkt geen antwoord. Een rivier, die hem een weg toeschijnt, lokt hem; het paard schrikt nog te rechter tijd terug. Hij valt met het paard en verwondt zich. Vergeefs luistert hij naar een hanengekraai of het blaffen van een hond, dat hem naar menschenwoningen zou kunnen leiden. Eindelijk ziet hij een lichtschijnsel, dat hij tracht te naderen; hij verliest het weer, vindt het terug, en bereikt het tenslotte. "Mais plus l'approchoit, plus sambloit hideuse chose et espoentable, car feu partoit d'une mote [912] d'en plus de mille lieux, avecques grosse fumiere, dont nul ne pensast a celle heure fors que ce fust ou purgatoire d'aucune ame ou autre illusion de l'ennemy...." Hij houdt plotseling stil. Maar opeens herinnerde hij zich, hoe de kolenbranders diep in het woud hun kolen plegen te branden. Het was zulk een brandheuvel, maar geen huis of hut was in de nabijheid. Eerst na hernieuwd dwalen brengt het blaffen van een hond hem bij de hut van een armen man, waar hij rust en spijziging vindt. Dergelijke treffende gedeelten uit het werk van Chastellain zijn de beschrijving van den burgerlijken tweekamp te Valenciennes, de nachtelijke twist van het Friesche gezantschap in Den Haag met de Bourgondische edelen, die zij in hun nachtrust storen, door op de bovenkamer op klompen krijgertje te spelen, het tumult te Gent in 1467, toen Karel's eerste bezoek als hertog samenvalt met de kermis te Houthem, vanwaar het volk met den schrijn van Sint Lieven terugkeert. [913] Telkens bemerkt men aan ongewilde kleinigheden, hoe sterk de schrijver al de uiterlijke dingen _ziet_. De hertog, die tegenover het volksoproer staat, heeft voor zijn gezicht "multitude de faces en bacinets [914] enrouilles et donc les dedans estoient grignans barbes de vilain, mordans levres." Het roepen gaat van omlaag naar omhoog. De kerel, die zich naast den hertog aan het venster dringt, draagt een handschoen van zwart gevernist ijzer, waarmee hij op de vensterbank slaat, om stilte te gebieden. [915] Dit nauwkeurig en direct waargenomene te beschrijven in een kernachtig eenvoudig woord is in het litteraire, wat de geweldige visueele scherpte van Van Eyck tot volmaaktheid va
PREV.   NEXT  
|<   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353  
354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   >>   >|  



Top keywords:

hertog

 

blaffen

 
beschrijving
 

roepen

 
terugkeert
 

burgerlijken

 

Telkens

 

Lieven

 

schrijn

 

Houthem


vanwaar

 
tweekamp
 

bemerkt

 

schrijver

 
gedeelten
 
kleinigheden
 
ongewilde
 

Chastellain

 

kermis

 
uiterlijke

nachtelijke
 

edelen

 

dingen

 

nachtrust

 
krijgertje
 
klompen
 

storen

 

spelen

 

tumult

 

Bourgondische


Friesche
 

bovenkamer

 

Valenciennes

 

gezantschap

 

eerste

 

bezoek

 

samenvalt

 

gebieden

 

nauwkeurig

 
waargenomene

direct

 
stilte
 
gevernist
 

waarmee

 

vensterbank

 
beschrijven
 

kernachtig

 
scherpte
 

volmaaktheid

 
visueele