kostbare tent, voor deze gelegenheid
vervaardigd, te Rijssel te zien. [288] Maar van het gevecht kwam niets.
Dit belette niet, dat hij later in het geschil met den hertog van Saksen
over Luxemburg, dezen opnieuw kamp aanbood, en dat bij het feest van
Rijssel, toen Philips bijna zestig jaar oud was, zijn kruisgelofte
inhield, dat hij gaarne bereid was, den Grooten Turk corps a corps te
bestrijden, als deze dat verkoos. [289] Men vindt den weerklank van die
hardnekkige kampliefde van Philips den Goede nog in een verhaaltje van
Bandello, hoe hij eens met de grootste moeite weerhouden zou zijn van
een eereduel met een zijner edelen. [290]
De vorm handhaaft zich nog in de volle Italiaansche Renaissance.
Francesco Gonzaga biedt kamp aan Cesare Borgia: met zwaard en dolk wil
hij Italie van den gevreesde en gehate bevrijden. De bemiddeling van den
koning van Frankrijk, Lodewijk XII, voorkomt het tweegevecht, en een
roerende verzoening besluit het geval. [291] Zelfs Karel V heeft nog in
allen vorm aangeboden, den strijd met Frans I door een persoonlijk
tweegevecht te beslechten.
De gerechtelijke en de spontane tweekamp leefde juist in de Bourgondische
landen en in het twistzieke Noorden van Frankrijk nog bijzonder sterk in
zeden en denkbeelden. Van hoog tot laag huldigde men hem als de beslissing
bij uitnemendheid. Met het ridderideaal hadden deze begrippen op zich zelf
weinig te maken. Zoodra de strijd geen edelen geldt, ziet men al de ruwe
wreedheid van den tijd, ontdaan van het masker der hooghartige chevalerie.
Niets is in dit opzicht merkwaardiger dan de verbazende belangstelling,
door de edelen en door de geschiedschrijvers aan den dag gelegd voor een
gerechtelijken kamp van twee burgers te Valenciennes in 1455. [292]
Het was een groote zeldzaamheid; in geen honderd jaar was zoo iets
voorgekomen. Die van Valenciennes wilden het tot elken prijs laten
doorgaan, want het betrof voor hen de handhaving van een oud privilege,
maar de graaf van Charolais, die het bewind voerde tijdens Philips'
afwezigheid in Duitschland, wilde het niet, en stelde de voltrekking van
maand tot maand uit, terwijl de beide partijen, Jacotin Plouvier en
Mahuot, als kostbare vechthanen werden vastgehouden. Toen de oude hertog
van zijn reis naar den keizer terug was, werd terstond beslist, dat de
strijd doorgaan zou. Philips wilde hem met alle geweld zelf zien;
daartoe alleen koos hij van Brugge naar Leuven den weg over
Valenciennes. Terwijl nu d
|