en versleten
als ons de opgemaakte romantiek der Pas d'armes scheen, zoo ijdel en
leugenachtig schijnen ons die "voeux du faisan". Tenzij ook hier ons de
passie zelf bewust is, die dit alles heeft vervuld. Het is de droom van
het schoone leven, zoo goed als de feesten en de vormen van het
Florentijnsche leven van Cosimo en Lorenzo die droom zijn geweest.
Daar in Italie is hij bezonken in eeuwige schoonheid, hier is zijn
betoovering vervlogen met de menschen, die hem droomden.
De verbinding van askese en erotiek, die ten grondslag ligt aan de
fantazie van den held, die de maagd bevrijdt, of voor haar bloedt, het
kernmotief van de tournooi-romantiek, vertoont zich in anderen vorm en
bijna nog onmiddellijker gedaante bij de ridderlijke gelofte. De ridder
De la Tour Landry verhaalt in de leering aan zijn dochters van een
zonderlinge orde van minnende edelen en vrouwen, die in zijn jeugd in
Poitou en elders had bestaan. Zij noemden zich Galois et Galoises, en
hielden "une ordonnance moult sauvaige", waarvan het voornaamste was,
dat zij in den zomer zich warm moesten kleeden in pelzen en gevoerde
kaproenen, en vuur in de schouw branden, terwijl zij in den winter
niets mochten dragen dan een rok zonder bont, geen mantels of andere
beschutting, geen hoed, handschoenen of mof, hoe 't ook vroor.
's Winters strooiden zij groene bladeren op den grond en verborgen den
schoorsteen achter groene takken, en op hun bed mocht slechts een dunne
deken zijn. Men kan in deze wonderlijke afdwaling,--zoo zonderling, dat
de schrijver haar kwalijk verzonnen kan hebben--, moeilijk iets anders
zien dan een ascetische verhooging van den prikkel der liefde, ofschoon
het niet geheel duidelijk wordt. Het primitief karakter van de Galois en
Galoises wordt nog geaccentueerd door hun regel, dat een echtgenoot den
Galois, die bij hem te gast kwam, zijn geheele huis en zijn vrouw moest
overlaten, om zelf naar zijn Galoise te gaan; deed hij het niet, dan
strekte het hem tot groote schande. Velen van de orde waren volgens den
ridder De la Tour Landry van koude gestorven: "Si doubte moult que ces
Galois et Galoises qui moururent en cest estat et en cestes amouretes
furent martirs d'amours." [251]
Er zijn meer voorbeelden te noemen, die het primitief karakter van de
ridderlijke gelofte verraden. Zoo het gedicht, dat de geloften
beschrijft, waartoe Robert van Artois den koning van Engeland, Eduard
III, en zijn edelen uitlokte, ten einde den oorlog tegen Fra
|