zen is en de kunstenaars der eerste koningen
hem als model kozen voor de pilaren hunner paleizen en tempels.
Diezelfde gewaarwording deed Ben-Hur zeggen: Toen ik Sheik Ilderim van
morgen zag vond ik hem een zeer gewoon man. Hoe komt hij, een zoon van
Edom, in het bezit van dezen lusthof? en hoe heeft hij hem uit de
klauwen der Romeinsche gouverneurs kunnen houden?
--De stamboom van dezen Sheik klimt tot in de grijze oudheid op, zeide
Malluch. Al zijne voorvaders waren Sheik. Een van hen heeft eenmaal een
vervolgden koning het leven gered. Het verhaal gaat, dat die Sheik den
koning duizend ruiters leende, die hem nu hier dan daar in de wildernis
verborgen, totdat zich eene gelegenheid aanbood om hem te wreken, zijne
vijanden te verslaan, en den koning troon en rijk terug te geven. De
koning vergat de bewezen diensten niet, maar noodigde den Sheik uit om
zijne tent in deze streek op te slaan, en gaf hem het meer en de boomen
en het land tusschen de rivier en de naastbijgelegen bergen tot eene
erfelijke bezitting.
--En heeft niemand hem ooit die bezitting betwist?
--De verschillende overheerschers hebben het verstandig geoordeeld op
goeden voet te blijven met den stam, die door den Heer gezegend is met
strijdbare helden en paarden en kameelen en rijkdommen, zoodat zij
meester zijn van vele heirwegen tusschen de groote steden, en den handel
naar welgevallen kunnen belemmeren of beschermen. Zelfs de prefect in de
Citadel is blijde, wanneer de Sheik met zijne vrouwen en kinderen en
zijn ganschen stoet de eenzaamheid der woestijn verlaat, om voor een
poos in dit heerlijk oord zijne tenten op te slaan.
--Maar hoe komt het dan, dat de Sheik straks het uur vervloekte, waarin
hij een Romein zijn vertrouwen geschonken had? Als de keizer hem gehoord
had, zou hij zeker gezegd hebben: zulk een vriend begeer ik niet. Weg
met hem!
--Ja, wat dat betreft, Ilderim heeft een grief tegen Rome, zeide Malluch
met een glimlach. Drie jaren geleden trokken de Parthen langs den weg
van Bozra naar Damascus en vielen een karavaan aan, die onder anderen de
schatting van een in de buurt gelegen district vervoerde. Zij sloegen
alle gevangenen dood, hetgeen de beambten te Rome hadden kunnen
vergeven, indien slechts de keizerlijke schatten behouden en naar Rome
gezonden waren. De pachters, die voor de slachting aansprakelijk waren,
beklaagden zich bij den keizer. Deze veroordeelde Herodes in de kosten,
en Herodes verhaalde de schade op Ilderim,
|