FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165  
166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   >>   >|  
.. en dan? --De zoon van Arrius zal winnen. --Hoe weet gij dat? Malluch glimlachte en zeide: Ik oordeel naar wat hij zegt. --Naar dat alleen? --Neen, ook naar den geest, die hem bezielt. --Inderdaad? Maar Malluch, beperkt hij zijn wraak tot de enkelen, die hem onrecht aandeden, of tot het geheele volk? Meer nog, is die wraaklust slechts een gril van een gevoeligen knaap, of is hij de ingewortelde dorst naar wraak voortkomende uit een vertrapt mannenhart? Gij weet, Malluch, het zinnen op wraak, dat alleen in den geest wortel heeft geschoten, is een ijdele droom, die bij den eersten helderen dag verdwijnt, terwijl de wraak, tot hartstocht geworden, een ziekte is, die opklimt naar de hersenen, en zich met hart en geest beiden voedt. Simonides had snel en met saamgeknepen handen gesproken, alsof hij de kwaal, die hij beschreef, bij ondervinding kende. --Goede meester, zeide Malluch, dat ik den jonkman voor een Israeliet houd is allereerst om zijn gloeienden haat. Hij bedwong zich, maar toch zag ik hem opvlammen, eerst toen hij weten wilde wat Ilderim tegen Rome heeft, daarna toen ik hem van de drie mannen verhaalde, die den geboren Koning der Joden zochten. --Wat zeide hij dan? Zijn eigen woorden, Malluch! --Hij wilde precies weten wat zij gezegd hadden: De Koning, of de geboren Koning. Daar maakte hij onderscheid tusschen. Toen vertelde ik hem wat Ilderim gezegd had: dat de koning komen zou om Rome te verdelgen.--Het bloed steeg hem naar de wangen en hij zeide: Wie anders dan een Herodes kan koning zijn, zoolang Rome Rome blijft? Simonides zag een poos zwijgend voor zich en zeide toen: 't Is goed, Malluch. Laat u wat te eten geven en maak u gereed om morgen naar het Palmbosch te gaan. Gij moet den jongen man helpen zijn plan te volvoeren. Ik zal u een brief aan Ilderim meegeven. Misschien, voegde hij er zachtjes bij, zal ikzelf bij de wedrennen in den circus verschijnen. Malluch vertrok. Simonides dronk van de melk en scheen verruimd van zin en opgewekt te zijn. --Zet dat maar weg, Esther, en kom dan weer hier. Het meisje gehoorzaamde. --Wat is God goed voor mij, zeide hij op innigen toon. Zijn weg is in het duister; maar somtijds staat Hij ons toe iets van zijne wegen te begrijpen. Ik ben oud, lieve, en maak mij gereed om heen te gaan; maar zie, ter zelfder ure, toen ik alle hoop had opgegeven, zendt Hij mij een lichtstraal, die mij geheel opvroolijkt. Ik zie waarom ik dien bepaalden weg
PREV.   NEXT  
|<   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165  
166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   >>   >|  



Top keywords:

Malluch

 

Koning

 

Simonides

 

Ilderim

 

geboren

 

gereed

 

koning

 

gezegd

 

alleen

 

volvoeren


helpen

 

winnen

 

jongen

 
meegeven
 

Misschien

 

circus

 
verschijnen
 
vertrok
 

wedrennen

 

ikzelf


voegde

 

zachtjes

 
Palmbosch
 

morgen

 

blijft

 

zwijgend

 

zoolang

 

anders

 

Herodes

 

glimlachte


wangen

 

scheen

 

zelfder

 

begrijpen

 

opvroolijkt

 

waarom

 

bepaalden

 

geheel

 

lichtstraal

 

opgegeven


Arrius

 

Esther

 

opgewekt

 
oordeel
 

verruimd

 

meisje

 

duister

 

somtijds

 
innigen
 
gehoorzaamde