stramme houding en strengen blik, een
bewegelijk jong koopman, die met zijn tasch in de hand opgeruimd de
wijde wereld in keek, en een boer met zijn knapzak op den rug. Wronsky,
die naast Oblonsky stond, keek in de waggons, monsterde de uitstappende
passagiers en had zijn moeder geheel vergeten. Hetgeen hij zooeven
van Kitty gehoord had, verheugde hem, zijn oogen schitterden, hij
gevoelde zich overwinnaar.
"Gravin Wronsky bevindt zich in deze afdeeling," sprak de vlugge
conducteur, terwijl hij langs Wronsky heen ging. Deze woorden wekten
hem weer uit zijn droomerij en herinnerde hem aan zijn moeder. In zijn
hart koesterde hij eigenlijk geen groote achting voor zijn moeder en,
zonder zich daar duidelijk van bewust te zijn, beminde hij haar ook
niet. Maar naar de begrippen van den kring, waarin hij zich bewoog
en volgens zijn opvoeding, kon hij zich tegenover zijn moeder geen
andere betrekking voorstellen als die van eerbied en gehoorzaamheid,
en hij bewaarde den uitwendigen schijn des te meer, hoe minder hij
haar in zijn hart achtte en liefhad.
Hij volgde den conducteur naar den aangewezen waggon. Toen hij de
coupe binnen wilde gaan, moest hij wijken om een uitstappende dame
den weg vrij te laten. Hij maakte een verontschuldiging en wilde
binnen gaan, maar moest nog eens even naar haar omzien, niet omdat
zij zoo bizonder schoon en haar geheele verschijning gedistingueerd
en aanvallig was, maar omdat in de uitdrukking van haar lief gelaat,
toen zij hem voorbijging, iets bizonder teeders en vriendelijks was
gelegen. Toen hij omzag, wendde ook zij te gelijk het hoofd om. Een
paar schitterende, groote oogen, die door dichte wimpers zeer donker
schenen, rustten opmerkzaam en vriendschappelijk op zijn gelaat,
als deden zij moeite hem te herkennen, om dan terstond over de nader
dringende menigte heen te glijden, als zochten zij daar iemand.
Die korte blik was voor Wronsky voldoende geweest om op te merken,
dat een glans van bedwongen levenslust op haar gelaat, tusschen de
schitterende oogen en de roode lippen speelde, alsof een overvloed
van het een of ander haar zoo vervulde, dat het zich tegen haar wil
in den glans van haar blik en haar lach verried. Zij temperde met
opzet het vuur harer oogen, maar het mocht haar niet gelukken dat
geheel te verbergen.
Wronsky stapte in den wagen. Zijn moeder, een magere oude dame met
zwarte oogen en grijze krullen, kneep de oogen half dicht, terwijl
ze haar zoon opnam, en plooide h
|