n daarom viel zij Anna in de rede:
"Ja, er is zooveel ellende en boosheid in de wereld, en ik gevoel me
vandaag ook zeer ontstemd."
"Hoe komt dat dan?" vroeg Anna met moeite een glimlach onderdrukkend.
"Och, ik begin het moede te worden altijd te vergeefs lansen te breken
voor de waarheid; het verlamt mij bijna geheel. Onze aangelegenheid met
de zusters" (het betrof eene godsdienstig-patriotische stichting) "ging
eerst wonderlijk goed vooruit, maar met die heeren is 't onmogelijk
klaar te komen," liet zij er met spotachtige berusting in haar lot
op volgen; "in het eerst vatten zij de gedachte goed op, maar toen
verminkten zij het plan en beoordeelden alles zoo kleingeestig. Twee
of drie van hen, waaronder uw man, hebben de zaak in haar geheele
beteekenis opgevat, maar de anderen willen ze nu opgeven. Gister
schreef Prawdin er mij over."
Prawdin was een bekende Panslavist, die in het buitenland woonde, en de
gravin vertelde, wat hij had geschreven. Daarop ging zij weer haastig
heen, want zij moest nog een Panslavistische vergadering bewonen.
"Zoo was het vroeger ook al," dacht Anna, "maar hoe komt het, dat mij
dat vroeger nooit is opgevallen? Of is zij vandaag nog opgewondener
dan anders? 't Is inderdaad toch belachelijk: haar doel is de deugd,
de Christelijke deugd en daarbij ergert zij zich aan alles en ziet
overal vijanden, vijanden van Christendom en deugd!"
Na gravin Lydia kwam een harer vriendinnen, de vrouw van een president,
en vertelde haar alle nieuwtjes uit de stad. Ten drie ure ging ook
deze heen, maar beloofde des middags weer te komen.
Toen Anna alleen was, besteedde zij den overigen tijd van den
voormiddag om haar zaken te ordenen en eenige brieven en briefjes,
die op haar tafel verzameld lagen, te lezen en te beantwoorden.
Het onbestemde gevoel van schaamte en de opgewondenheid, waardoor zij
onderweg was aangegrepen, waren geheel verdwenen. In de gewone omgeving
en de bezigheid van haar huiselijk leven had zij weldra haar kalmte,
zekerheid en gewetensrust terug gevonden.
Ten vier ure keerde Alexei Alexandrowitsch van het ministerie van
binnenlandsche zaken naar huis terug. Zooals meestal het geval was,
had hij ook nu geen tijd om eerst naar zijn vrouw te gaan. Hij ging
terstond naar zijn kabinet, waar eenige sollicitanten hem wachtten
en hij nog eenige stukken moest onderteekenen, die de chef de bureau
gebracht had.
Op het diner (bij de Karenins waren er steeds twee of drie gasten
ge
|