FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113  
114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   >>   >|  
an Nemo de schroef en de buitenvlakken een andere richting had gegeven, vloog de Nautilus als een ballon in het luchtruim met bliksemsnelheid naar boven. Met hoorbare trilling boorde hij door de watermassa; wij konden niets zien. In vier minuten doorkliefde hij de zestien kilometer, die ons van het vlak der zee scheidden, en sprong toen als een vliegende visch boven het water uit, waarin het vaartuig weer nederplofte, terwijl de golven aan alle kanten ontzaglijk hoog opstoven. HOOFDSTUK XXXVI Potvisschen en walvisschen. In den nacht van 13 op 14 Maart richtte de Nautilus zich weer naar het zuiden. Ik dacht dat het vaartuig op de hoogte van kaap Hoorn den steven naar het westen zou wenden, om weer koers te zetten naar de Stille Zuidzee en aldus de onderzeesche reis om de aarde te eindigen; doch dit gebeurde niet en het schip vervolgde den tocht naar zuidelijker streken. Waar wilde de kapitein toch heen? Naar de Zuidpool? Dat was onzinnig; ik begon wezenlijk te gelooven, dat de roekeloosheid van Nemo de vrees van Ned Land rechtvaardigde. Sinds eenigen tijd sprak de Amerikaan niet meer over zijn ontvluchtingsplannen. Hij was minder opmerkzaam geworden; ik zag wel hoezeer hem die langdurige gevangenschap kwelde, en ik begreep hoeveel toorn hij opkropte. Als hij den kapitein ontmoette, blonk een dof vuur in zijn oogen en ik vreesde altijd nog dat zijn woeste natuur hem tot het een of ander uiterste zou drijven. Dien dag, 14 Maart, kwamen Koenraad en hij in mijn kamer; ik vroeg hen naar de oorzaak van hunne komst. "Wij wilden u een eenvoudige vraag doen, mijnheer," antwoordde de Amerikaan. "Spreek op, Ned." "Hoeveel man denkt gij dat er aan boord van den Nautilus zijn?" "Dat kan ik u niet zeggen, mijn vriend." "Het komt mij voor," hernam Ned Land, "dat er voor dit vaartuig geen talrijke equipage noodig is." "Inderdaad," antwoordde ik, een tiental mannen moeten, dunkt me, voldoende zijn." "Welnu," zei Ned, "waarom zouden er meer zijn?" "Waarom?" vroeg ik. Ik keek Ned Land strak aan, omdat zijn doel gemakkelijk te raden was. "Omdat," zei ik, "als mijn voorgevoel mij niet bedriegt, en ik het leven van kapitein Nemo goed begrepen heb, de Nautilus niet alleen een vaartuig, maar ook een schuilplaats zijn moet voor allen, die even als de kapitein elke betrekking met het bewoonde land hebben afgebroken." "Misschien," zei Koenraad; "maar de Nautilus kan enkel een bepaald aantal menschen bevatten
PREV.   NEXT  
|<   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113  
114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   >>   >|  



Top keywords:
Nautilus
 

kapitein

 

vaartuig

 

antwoordde

 

Koenraad

 
Amerikaan
 

mijnheer

 

eenvoudige

 

wilden

 

Spreek


Hoeveel

 

bliksemsnelheid

 

zeggen

 

vriend

 
gegeven
 

oorzaak

 

vreesde

 
altijd
 
woeste
 

opkropte


ontmoette
 

natuur

 
boorde
 

kwamen

 

trilling

 

hoorbare

 

uiterste

 

drijven

 

luchtruim

 

hernam


ballon

 
schuilplaats
 
alleen
 

bedriegt

 

begrepen

 

bepaald

 

aantal

 

menschen

 

bevatten

 

Misschien


afgebroken

 

betrekking

 

bewoonde

 

hebben

 
voorgevoel
 

mannen

 

tiental

 
moeten
 
Inderdaad
 

talrijke