FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60  
61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   >>   >|  
en, riep hij hun toe: --Vreest niets; komt Zondag terug, 'k zal U andere kunsten toonen en gij zult uw deel in de winst hebben! 's Zondags nadien sneden de bengels de koorde niet door, doch hielden er de wacht bij, opdat niemand ze aanraakte, want er waren toeschouwers in groote menigte. Uilenspiegel zei hun: --Dat ieder mij een zijner schoenen geve, en 'k wed dat ik er mee dans, zoowel met den grootsten als met den kleinsten. --En wat betaalt gij, als gij verliest? vroegen zij hem. --Veertien pinten bruinbier, antwoordde Uilenspiegel, maar gij betaalt mij drie oortjes als ik win. --Goed! riepen zij. En zij gaven hem elk een hunner schoenen. Uilenspiegel legde ze alle in het voorschoot dat hij aan had en, met dien last, danste hij op de koorde, doch niet zonder moeite. Van beneden riepen de koordesnijders: --Gij hebt gezegd met elk onzer schoenen te zullen dansen; trek ze aan en houd uwe wedding. Uilenspiegel danste voort en antwoordde: --Ik heb niet gezegd uwe schoenen aan te trekken, doch er mee te dansen. Nu, ik dans, en alles danst mee in mijn voorschoot. Ziet gij het niet met uwe paddenoogen? Betaalt mij mijn drie oortjes. Doch zij jouwden hem uit en schreeuwden, dat zij hunne schoenen moesten terughebben. Uilenspiegel smeet ze alle te gelijk in een worp naar beneden. Een woedend gevecht volgde, daar niemand zijn schoen dadelijk terugvinden kon. Uilenspiegel kwam naar beneden en begoot de vechters, maar niet met klaar water. XXV. De infant, nu vijftien jaar oud, dwaalde als naar gewoonte door gangen en trappen en zalen van 't slot. Doch meestal slenterde hij rond de vertrekken der edelvrouwen, om de edelknapen te verschalken, die, gelijk hij, als katten in de gangen op loer lagen. Andere jonkers waren in den tuin, keken verzuchtend omhoog, en zongen eene ballade van minne. Als de infant het hoorde, vertoonde hij zich eensklaps aan een der vensteren, en de arme edelknapen waren ontsteld als zij zijn bleeke tronie zagen, in stee van de zoete oogen hunner schoonen. Onder de edelvrouwen van het hof was een lieftallige dame, een Vlaamsche van Dudzele, omtrent Damme, van ongemeene schoonheid en in de volheid harer jaren, met oogen, groenig-bruin, en rossig, krullend haar, dat schitterde als goud. Vroolijk van zin en vurig van aard, verheelde zij niemand hare neiging tot den gelukkige, wien zij, op heur aanbiddelijk erf, het hemelsch privilege van liefde schonk. De uit
PREV.   NEXT  
|<   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60  
61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   >>   >|  



Top keywords:
Uilenspiegel
 
schoenen
 
beneden
 
niemand
 

gezegd

 

edelvrouwen

 

antwoordde

 

edelknapen

 

danste

 

betaalt


gangen

 

hunner

 

voorschoot

 

infant

 

gelijk

 

oortjes

 

dansen

 
koorde
 
riepen
 

zongen


ballade

 

verzuchtend

 
omhoog
 

verschalken

 

gewoonte

 

dwaalde

 
trappen
 

schonk

 

vijftien

 
katten

Andere

 
meestal
 

slenterde

 

vertrekken

 
jonkers
 

bleeke

 

schitterde

 

Vroolijk

 

krullend

 

rossig


groenig

 
aanbiddelijk
 
hemelsch
 

privilege

 

gelukkige

 

verheelde

 

neiging

 

volheid

 

schoonheid

 
liefde