t te jong om te leven zooals ik leef. Gij
moet eerst zelfhandelend in het practische leven u bewegen en werken; de
geest kan niet alleen door bespiegeling en overpeinzing gevormd en
gevoed worden. Daarom moet gij een vak kiezen, waarin gij de
maatschappij zult dienen.
--Boeken schrijven, zeide ik, ik wou boeken schrijven--zoo kan ik immers
ook werken en de maatschappij dienen?
Dat gedeelte van mijn vader, waar zijn gevoel, zijn gemoed in zat,
glimlachte en was verheugd, dat er zulk een aard in mij lag, maar het
andere gedeelte, waar zijn verstand in was, schrikte.
--Neen, neen, zeide hij snel, dat meet ge u uit het hoofd zetten,--kijk
eens om u heen, hoeveel duizenden boeken zijn hier en hoeveel millioenen
zijn er al geschreven--en zoudt ge denken, dat het noodig was, dat
aantal ongeroepen nog te vermeerderen?
Daarover had ik niet gedacht, maar ik antwoordde toch boud weg:--Maar
als ik geroepen ben?
Mijn vader glimlachte, dat is eigenlijk: de eene helft glimlachte, maar
de andere helft zeide:
--Geroepen? Ja, maar weet je het onderscheid wel tusschen roeping, dat
is krachtige, zichzelf bewuste overtuiging, en dat wat slechts lust of
neiging is?
--Studeeren dan, zei ik eindelijk, onderstellender wijze.
--Studeeren dan, herhaalde mijn vader, ik heb altijd gehoopt, dat ge
daarin lust zoudt hebben; maar in alle geval, bedenk je vrij en handel
naar de inspraak van je verstand--en je hart, je hart ook, want die twee
moeten elkander altijd trouw vergezellen.
Zoo liepen de eerste beraadslagingen over mijn vak af.
--Phoe! zeide mijnheer Van N. naderhand, met een lachende zucht, tot
zijne vrouw, daar heb ik de zwaarste taak gehad, die gij bedenken kunt,
verbeeld u, dat de jongen, die dol is op boeken, zelf een schrijver wil
worden--en dat _ik_ daarin om zijn bestwil zijne drift heb moeten
matigen!
* * * * *
Intusschen steeds onbepaald omtrent die keuze, zit ik druk in de
classici.
Ik ben met Homeros bezig.
[Grieks: Polyphloisboion tha]
Maar ik heb eene groote afgetrokkenheid.
Welk een geestdriftvolle vereerder van de oude classici ik vroeger was,
en hoe gelukkig ik mij gevoelde _in angello cum libello_, thans werd
niet alleen het classicisme geheel ter zijde en weggedrongen, maar begon
de levensvolle en rustelooze geest ook de boekenwereld te verlaten. Eene
andere wereld en een ander leven, de levende wereld en de beweging om
mij heen, werkten sterker op mij
|