FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159  
160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   >>   >|  
licht, de volheid en de diepte zijner schaduwen en beider sterke tegenstellingen; maar de herfst geeft eene fijnheid van tonen, eene zachtheid van schakeeringen, die verrukkelijk zijn. Hier spreidt zich over de vlakte een stroom van nevelig licht uit, ginds werpt de lage zon hare stralen met scherper hoek; het licht scheert als het ware over de oppervlakte heen, de toppen van grasspriet of heiplant en bloem verlichtend en aan deze kleine voorwerpen, aan de kluiten op den grond zelfs, lange schaduwen gevend. Een andermaal beschijnt het eene groep van halfontbladerde boomen, die zeer helder bruin van kleur, en uiterst fijn en teeder van toon, licht afsteken tegen de grijze wolken. Keert gij den rug naar het zuidwesten, dan ziet gij het landschap in het volle licht, wendt gij u naar de zon, dan is de boschzoom in het donker, want hij is voor de zon, en in stille, vlakke tinten, bijna eentonig en zonder diepsels en hoogsels, vormt hij eene, door de reflex--lichten van den grond wazige, massa, boven wier toppen alleen een rand van licht komt schemeren. De dampkring is niet meer zoo ijl en doorschijnend, hangt lager en vormt dichter ineengedrongen een zacht waas, dat zich over den omtrek uitbreidt, dat, hoe verder het verschiet is, des te dikker wordt en boomen en heuvelen bij den gezichteinder in een steeds blauwender kleed hult. Daarom geen heele tonen en kleuren, maar gebrokene, en eene eenheid en harmonie, eene verwantschap van allerlei tusschentinten, die soms tooverachtig onwerkelijk, die gemoedelijk en liefelijk zijn, en aldus stillend en weldadig op het oog werken. Zij klinken als een eentonig wiegelied en roepen eene zachte rust te voorschijn in het gemoed, eene tevredenheid, een volkomen evenwicht door het uitsluiten van alle hartstochtelijkheid. De zomer is gloeiend, hartstochtelijk, schel, levendig bewogen en bewegend, de zomer is de tijd der alom werkzame krachten, hij is de jeugd in hare onrust, in haar vuur, in haar zoeken en jagen. De herfst is de mensch, wiens driften hebben uitgewerkt, de zacht vlietende stroom na den storm, helder als deze, nadat het slib en meegevoerde slijk zijn bezonken en die nu slechts een hemel zonder buien weerkaatst. De herfst is de man, wiens oogsttijd is gekomen, in rustig zelfbezit, in wien de drift tot geestdrift is geadeld en het rusteloos zoeken tot eene beraden werkzaamheid, de man in het evenwicht zijner natuurlijke en verstandelijke krachten. De herfst is de vrou
PREV.   NEXT  
|<   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159  
160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   >>   >|  



Top keywords:

herfst

 

zoeken

 

zonder

 

eentonig

 

krachten

 

evenwicht

 
zijner
 

boomen

 

helder

 

schaduwen


toppen
 

stroom

 

klinken

 

steeds

 

gezichteinder

 

werken

 

wiegelied

 

gemoed

 
zachte
 

dikker


blauwender

 
roepen
 

voorschijn

 

tooverachtig

 

onwerkelijk

 
gemoedelijk
 

liefelijk

 
heuvelen
 

tevredenheid

 

allerlei


tusschentinten

 

harmonie

 

eenheid

 

verwantschap

 

Daarom

 

stillend

 

kleuren

 
gebrokene
 

weldadig

 

werkzame


weerkaatst
 
oogsttijd
 

gekomen

 
slechts
 
meegevoerde
 
bezonken
 

rustig

 

zelfbezit

 

werkzaamheid

 

natuurlijke