FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140  
141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   >>   >|  
die verbuiging naar het goede, en wel kalmte, maar geen vroolijke opgewektheid meer zou kunnen verkrijgen. Aan Bella schreef hij evenwel anders; de woorden, die hij aan haar richtte, schenen, door het vooruitzicht van haar weder te zien, meer gloed te ontvangen: het was of zij, zelfs zoo uit de verte, ook haar zonneschijn--invloed uitoefende. Bella las ons gedeelten uit die bladen voor; zij waren vervuld van vreugde over zijn terugkeer, hij kon het niet langer uithouden, hij moest zijn land, zijne weldoeners, maar bovenal zijn klein, wonderlijk, geestig kind (de man verbeeldde zich haar nog altijd als het kind, dat hij achterliet), terugzien. Bij die gedachten scheen zijn gemoed overgevloeid te zijn, en de warmste woorden waren niet voldoende, als hij van mijnheer en mevrouw v. N. sprak. --Tut, tut! dwaasheid! zei mijnheer v. N. Maar toen Bella voortlas en mevrouw v. N. omhelsde, bedierf deze het boordje, dat zij opzette, en toen zij nog meer las, en daarop haar arm om het grijze hoofd van mijnheer v. N. sloeg, zeide deze weer: --Tut, tut, dwaasheid, genoeg, genoeg. En hij lachte, maar met een traan in zijn oog. * * * * * Op een ochtend nam mijnheer v. N. mij vertrouwelijk onder den arm, zooals hij gewoon was, nu ik man was geworden, en Bella mede noodigende, gingen wij te zamen naar het nevenhuis. --Ik wil het geheel laten opmaken, zei mijnheer v. N., maar in ouden stijl natuurlijk, en de beide huizen moeten elkander blijven gelijken: den spitsen gevel zullen wij behouden, den weerhaan zullen wij weder laten draaien; groote ruiten zullen er in moeten, hm! ja, het staat anders aardig die kleine ruitjes, maar achter boven wilde ik ze behouden voor de aardigheid, vindt je het goed? --Ik? zeide ik lachend; maar, vervolgde ik, zal Bella's vader hier komen wonen? --Neen, zei mijn vader, die zal zich in eene handelsstad moeten vestigen. --Gaat gij dan het huis verhuren, dat gij het zoo laat opmaken? --Neen, antwoordde hij, maar laat ons binnengaan. Werklieden waren reeds bezig met behangen, schoonmaken, timmeren, enz. Wij kwamen in de achterkamer, die op den tuin uitzag, een groot vierkant vertrek. --Kijk, zeide hij, eene prettige kamer zal dit wezen! De drie ramen zullen tot den grond worden verlaagd: wat een gezellig vertrek voor een gelukkig gezin, 's winters bij dien breeden marmeren schoorsteen, 's zomers met die wijd geopende ramen, waardoor men de kinderen i
PREV.   NEXT  
|<   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140  
141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   >>   >|  



Top keywords:

mijnheer

 

zullen

 

moeten

 

mevrouw

 

dwaasheid

 

genoeg

 
behouden
 

opmaken

 

woorden

 

vertrek


anders
 

ruitjes

 

achter

 

breeden

 

marmeren

 

lachend

 

vervolgde

 

winters

 
kleine
 

aardigheid


spitsen

 
waardoor
 

gelijken

 

kinderen

 

elkander

 
blijven
 

geopende

 
schoorsteen
 

ruiten

 

zomers


weerhaan

 

draaien

 

groote

 

aardig

 

Werklieden

 

huizen

 

binnengaan

 
prettige
 

antwoordde

 

behangen


schoonmaken
 
vierkant
 

uitzag

 
achterkamer
 
kwamen
 
timmeren
 

verhuren

 

verlaagd

 

worden

 

gelukkig