FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156  
157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>   >|  
erkelijkheid te laten zien, die mij van mijn naturalistischen waan weer bekeerd zou hebben tot de ware kunst! Ziedaar mij dan weer in het evenwicht gebracht, waaruit de woordentwist mij had gestooten, en bereid de natuur te genieten met dat gevoel van kalmte en vrijheid, dat ons uit hare kalmte en vrijheid ademend wezen toestroomt. * * * * * Liefelijk is het, rond te, dwalen in deze herfstdagen. Dan genieten wij nog zoo gretig van de laatste zachtheid en teederheid der natuur, te liever, omdat zij ons zoo spoedig dreigen te verlaten. Want ook hierin zijn wij zoo, wij kinderen, dat wij het speelgoed in een hoek werpen, en er om dreinen, als men het ons afneemt. Thans verwijt ik mij, dat ik haar niet lief genoeg gehad heb en haast mij, in vurig genot, haar schoone wezen als met alle zintuigen te omhelzen. Het liefst is mij in dezen jaartijd toch de heide, dat grootsche van hare uitgestrektheid, dat vrije, dat eenzame, gedachten bezielende. Daarom spoed ik mij voort, hoe mij de eiken- en beukenbosschen ook tarten met al den gloed hunner stoute en schitterende kleuren. Allengs begroet ik de kenteekenen van den heigrond. Terwijl de eiken met hun kantige bladmassa's en hun knoestigen, gekromden takkenbouw, de beuken met hun gladder, fijner vormen, hun scherper, meer horizontaal gestrekte bladerengroepen, en de slanke berken met hun blikkerend loof, hun teedere gestalte en wuivend gepluimde toppen, reeds alle achter mij gedompeld liggen in den rijkdom van tinten, die de toonladder van goudgeel tot bruin of vurig rood oplevert; terwijl hier en daar al eene enkele groep de ontbloote toppen, als kale schedels, uit het loof heft, kunnen de dennen, die ons nu omringen, nog op al hun groen bogen, al is dit wat gehard of gebruind door de zomerhitte; en het dichte naaldgebladerte geeft den schichtigen eekhoorn nog eene schuilplaats, die voor mij vlucht, als ik--voor, ge weet wel wien. De koningen der hei, de statige dennen, wier ruischend lied en geurig aroma mij altijd zoo bekoren, bewassen in lange en dichte rijen de zoomen van den heigrond. Ik spoed mij voort tusschen hunne afgeschilferde, roodbruine stammen, voort over den met tengels, schors en pijnappels bedekten grond; tot waar de stammen ijler worden en de lucht laten doorschermen; nog eene kleine, zandige streek, waar het bosch ophoudt, de laatste hoog opgeschoten stammen de kruinen zachtkens wiegelen, en een jeugdige opslag, de vrucht van
PREV.   NEXT  
|<   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156  
157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>   >|  



Top keywords:

stammen

 
dennen
 

vrijheid

 

laatste

 

dichte

 

natuur

 
kalmte
 
toppen
 

heigrond

 
genieten

kunnen

 

zomerhitte

 

gehard

 

schedels

 

omringen

 

gebruind

 

achter

 

gedompeld

 
liggen
 

gepluimde


wuivend

 

berken

 

blikkerend

 

teedere

 
gestalte
 

rijkdom

 
tinten
 

enkele

 

ontbloote

 
terwijl

toonladder

 

goudgeel

 

oplevert

 

statige

 

worden

 

doorschermen

 
bedekten
 

pijnappels

 

roodbruine

 

afgeschilferde


tengels

 

schors

 

kleine

 

zandige

 
wiegelen
 
zachtkens
 

jeugdige

 

opslag

 
vrucht
 

kruinen