FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169  
170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   >>   >|  
is niet eens een volstrekte natuurtoestand meer; vrijheid van alle maatschappelijke banden is slechts denkbaar in het aanzijn van een mensch op aarde. Zoodra twee niet al te domme wezens te zamen moesten blijven leven, zal hun de noodzakelijkheid gebleken zijn, dat ieders vrijheid beperkt werd door de eischen der vrijheid van den ander. Reeds in het bestaan van twee menschen op aarde dus is de wet gegeven van opoffering ter wille van elkander, van beperking van zelfzucht, en met deze conventie is de maatschappij al gegrond, en gerechtvaardigd tevens. Daarna zichzelven en de wereld buiten zich waarnemende, opgevoed in den strijd om zich te handhaven tegenover de andere wezens en de verschijnselen der aarde, verminderde de mensch voortdurend zijn instinctleven en nam zijn kennisleven toe. In de paradijsmythe is het volkomen juist, dat de kennis den mensch uit dat Eden verdrijft. Maar onjuist is de voorstelling, dat hij toen _viel_. Integendeel, deze verdrijving uit het instinct, deze verlossing uit de dierlijke onbewustheid was een groot voorrecht. Menschelijke schuld is een hooger trap dan dierlijke onschuld; en oneindig hooger het onvolmaakte kennisleven, dan het volmaakte instinctbestaan. Eerst dan is het onderscheid van kwaad en goed begrijpelijk; eerst dan kan er sprake zijn van eenige verdienste in het bestrijden van het eerste en het streven naar het tweede; eerst dan is een leven van den geest en de geboorte van idealen daarin mogelijk. Maar dat ideaal kan nooit een terugkeer tot den natuurstaat zijn, en wie met Jean Jacques dat wenschte, kunnen wij geen beter antwoord geven dan Voltaire hem schreef:--Apres avoir lu votre discours, on prend envie de marcher a quatre pattes. Vooruit dus, op twee beenen, en recht overeind. * * * * * Hier, op den ouden grond, dien ik betreed, verlevendigt zich uit het doffe verleden een latere phase der menschheid. Op dezen driesprong, waar de heksen komen dansen en geen gras kan groeien, schieten als door betoovering de oude geslachten weer te voorschijn. Ruw is de mensch nog, maar er zijn al maatschappelijke vormen. Op zijn reis van de oorspronkelijke natuur naar de beschaving is hij nog aan de natuur verkleefd. Hare kracht is hem eene duistere overmacht, hare wet willekeur, hij heeft haar noodig, hij vreest haar. Zoo maakt hij uit haar zijne goden. Merk intusschen op, hoe hij aan den voornaamsten der goden geen dommekracht, maar verstand
PREV.   NEXT  
|<   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169  
170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   >>   >|  



Top keywords:

mensch

 

vrijheid

 

kennisleven

 

hooger

 

natuur

 

dierlijke

 

maatschappelijke

 

wezens

 
marcher
 

quatre


pattes

 

Vooruit

 

mogelijk

 

daarin

 

overeind

 

beenen

 

ideaal

 
Jacques
 

Voltaire

 

wenschte


kunnen
 

antwoord

 

terugkeer

 

natuurstaat

 

schreef

 

discours

 

groeien

 

duistere

 

overmacht

 

willekeur


kracht

 

oorspronkelijke

 

beschaving

 
verkleefd
 

noodig

 
voornaamsten
 

dommekracht

 

verstand

 

intusschen

 

vreest


vormen

 
menschheid
 
driesprong
 
latere
 

verleden

 

betreed

 
verlevendigt
 

heksen

 

geslachten

 

voorschijn