s; hij
wilde het huwelijk veroorloven om de praktische redenen, dat het
Oostersche klimaat het eischte en dat de orde begeerlijker zou zijn.
De vierde gelofte, aan vroegere orden onbekend, is summa perfectio, de
hoogste individueele zedelijke volmaking. Zoo vloeiden hier in het bonte
beeld van een ridderorde al de idealen ineen, van politieke
plannenmakerij af tot het streven naar de verlossing toe.
In het woord "Ordre" waren een menigte beteekenissen, van de hoogste
heiligheid tot het nuchterste groepsbesef, ongescheiden vereenigd. Het
beduidde zoowel maatschappelijken stand als priesterwijding, monniks- en
ridderorde. Dat inderdaad aan ordre in de beteekenis van ridderorde nog
iets van geestelijke waarde eigen was, blijkt uit het feit, dat men er
ook het woord religion voor gebruikte, dat men allicht tot de
kloosterorden beperkt zou wanen. Chastellain noemt het Gulden Vlies "une
religion", zooals hij 't ook een kloosterorde doet, en spreekt er altijd
van in den toon van een heilig mysterie. [234] Olivier de la Marche
spreekt van een Portugees als een "chevalier de la religion de Avys."
[235] En niet alleen de eerbiedige sidderingen van den pompeuzen
Polonius Chastellain getuigen van den vromen inhoud van het Gulden
Vlies; in het geheele ritueel der orde nemen kerkgang en mis een
overwegende plaats in: de ridders zitten in kanunnikstoelen, de ernstige
cultus van de afgestorven leden beweegt zich geheel in kerkelijke sfeer.
Geen wonder dus, dat het lidmaatschap van een ridderorde gevoeld wordt
als een sterke, heilige band. De ridders van de Sterorde van koning Jan
II zijn verplicht, andere orden, waartoe zij mochten behooren, zoo
mogelijk prijs te geven. [236] De hertog van Bedford wil aan den jongen
Philips van Bourgondie de orde van den kouseband opdringen, om hem
daardoor vaster aan Engeland te binden, maar de Bourgondier begrijpt,
dat hij dan voor altijd aan den Engelschen koning gebonden zal zijn, en
weet de eer beleefd te ontgaan. [237] Wanneer dan ook later Karel de
Stoute den kouseband wel aanneemt, en zelfs draagt, beschouwt Lodewijk
XI dit als een breuk van het verdrag van Peronne, dat den hertog
verbood, zonder 's konings toestemming een verbond met Engeland aan te
gaan. [238] Men kan de Engelsche gewoonte, om buitenlandsche orden niet
aan te nemen, beschouwen als een traditioneele rest van het besef, dat
de orde verplicht tot trouw aan den vorst, die haar schenkt.
Ondanks die heiligheid voelt men toch d
|