jn beteekenis had,
verklaart ook de beslistheid, waarmee de kerk sedert lang het gebruik
bestreed. Dat zij inderdaad aanleiding werden tot geruchtmakend
overspel, getuigt bij voorbeeld van een tournooi van 1389 de monnik
van Saint Denis en op zijn gezag Jean Juvenal des Ursins. [220] Het
kerkelijke recht had ze sinds lang verboden: aanvankelijk ingesteld
voor oefening in den strijd, heette het, waren ze wegens misbruiken
onduldbaar geworden. [221] De moralisten misprezen ze. [222] Petrarca
vroeg pedant: waar leest men, dat Cicero en Scipio tournooien gehouden
hebben? En de burger haalde de schouders op: "prindrent par ne scay
quelle folle entreprinse champ de bataille" zegt de burger van Parijs
[223] van een befaamd tournooi.
De adellijke wereld daarentegen vat alles, wat tournooi en ridderlijke
wedkamp is, op met een gewichtigheid, die door geen modern sportbedrijf
wordt geevenaard. Zooals nog kort geleden vorstelijke wansmaak
gedenksteenen oprichtte op de plek, waar de hooge jager zijn duizendste
slachtoffer had neergelegd, zoo stichtte de vijftiende eeuw
gedenkteekens aan beroemde ridderlijke tweegevechten. Bij Saint Omer
herinnerde "la Croix Pelerine" aan den kamp van Hautbourdin, den
bastaard van Saint Pol, met een Spaanschen ridder tijdens den verwaarden
Pas d'armes de la Pelerine. Nog een halve eeuw later ging Bayard voor
een tournooi dat kruis als in bedevaart vromelijk bezoeken. [224] De
decors en de plunje, die gediend hadden bij den Pas d'armes de la
Fontaine des Pleurs werden na afloop van het feest plechtig opgedragen
aan Onze Lieve Vrouw van Boulogne en in de kerk opgehangen. [225]
De middeleeuwsche vechtsport onderscheidt zich, gelijk zooeven reeds
aangeduid werd, van de Grieksche en de moderne athletiek door haar veel
geringer natuurlijkheid. Zij heeft tot verhooging van den prikkel van
den kamp dien van aristocratische trots en eer, dien van het
romantisch-erotische en dien van den kunstvaardigen pronk. Zij is
overladen met praal en versiering, gevuld met bonte fantazie. Het is
behalve spel en lichaamsoefening nog bovendien toegepaste litteratuur.
De wensch en de droom van het dichtende hart zoeken een dramatische
voorstelling, een gespeelde vervulling in het leven zelf. Het werkelijke
leven was niet schoon genoeg, het was hard, wreed en valsch; er was in
de hof- en militaire carriere luttel plaats voor de sentimenten van
moed-om-liefde, maar de ziel is er vol van, men wil ze beleven en schept
zich
|