aar ook omdat voor de
vrouw in de liefde het litteraire veel minder onmisbaar is.
De figuur van den edelen redder, die om der wille van de geliefde lijdt,
is de voorstelling van den man, zooals hij zich zelf zien wil. De
spanning van zijn bevrijdersdroom wordt verhoogd, doordat hij onbekend
optreedt, en eerst na de heldendaad wordt herkend. In deze onbekendheid
van den held ligt voorzeker ook een van de vrouwelijke liefdeverbeelding
uitgegaan romantisch motief. In de geheele apotheose van mannelijke
kracht en moed in den vorm van den strijder te paard vloeien de
vrouwelijke behoefte aan krachtvereering en de mannelijke physieke
hoogmoed samen.
De middeleeuwsche samenleving heeft met een jongensachtige
onverzadelijkheid deze primitief-romantische motieven gecultiveerd.
Terwijl de hoogere litteratuurvormen zich hebben verfijnd tot ijler en
soberder, of geestiger en nog prikkelender uitdrukking van het
verlangen, blijft de ridderroman zich altijd weer verjongen en behoudt
met zijn eindeloos herhaalde uitwerking van het romantische geval een
bekoring, die ons schier onbegrijpelijk is. Wij wanen den tijd lang
ontgroeid aan die kinderlijke fantazieen, en noemen Froissart's
_Meliador_ of de _Perceforest_, de nabloeiers der ridderlijke
avontuurverhalen, anachronismen in hun tijd. Zij zijn het evenmin als de
sensatieroman het heden ten dage is; alleen dit alles is geen zuivere
litteratuur, maar om zoo te zeggen toegepaste kunst. Het is de behoefte
aan modellen voor de erotische verbeelding, die steeds weer die
litteratuur levend houdt en vernieuwt. Midden in de Renaissance herleven
ze immers in de Amadis-romans. Wanneer nog na het midden der zestiende
eeuw De la Noue ons kan verzekeren, dat de Amadis-romans een "esprit de
vertige" teweegbrachten onder het geslacht, dat toch de staling van
Renaissance en Humanisme had ondergaan, hoe groot moet dan de romantische
ontvankelijkheid zijn geweest in het bij uitstek ongeequilibreerde
geslacht van 1400!
De zinsverrukking van de liefdesromantiek was niet in de eerste plaats
om lezende ondergaan te worden, maar om gespeeld en aanschouwd te
worden. Er zijn twee vormen, waarin dat spel kan gebeuren: de
dramatische vertooning en de sport. In de Middeleeuwen is de laatste
verreweg het voornaamste. Het drama was nog grootendeels gevuld met
andere, heilige stof; bij uitzondering behandelt het nog het romantische
geval. De middeleeuwsche sport daarentegen, en dat is in de eerste
plaats he
|