uitgewerkt; de geest vraagt nieuwe
verbeeldingen op hetzelfde thema. En de passie zelf dringt sterker
kleuren op aan den droom van lijden en verzaking. De heldendaad moet
bestaan in de bevrijding of redding van de vrouw zelf uit het
dreigendste gevaar. Daarmee is een feller prikkel aan het
oorspronkelijke motief toegevoegd. Eerst is het het subject zelf, dat
lijden wil voor de vrouw; maar spoedig paart zich daaraan de wensch,
om de begeerde zelf uit lijden te redden. Of in den grond die redding
altijd is te herleiden tot de redding der maagdelijkheid, het weren van
den andere dus, de bewaring van de vrouw voor zich? In ieder geval is
daarmee het ridderlijk-erotische motief bij uitnemendheid gegeven: de
jonge held, die de maagd bevrijdt. De belager moge bij wijlen een
argelooze draak zijn, het sexueele moment ligt toch steeds onmiddellijk
eronder. Hoe naief-oprecht spreekt het bij voorbeeld in de bekende
schilderij van Burne Jones, waar de moderne damesfiguur van het meisje
juist door haar kuischheid de onmiddellijkste sensualiteit verraadt.
De bevrijding van de maagd is het meest oorspronkelijke en altijd jonge
romantische motief. Hoe is het mogelijk, dat een thans verouderde
mythenverklaring er de weergave van een natuurphenomeen in heeft gezien,
terwijl de onmiddellijkheid van de gedachte dagelijks door ieder kan
worden beproefd! In de litteratuur moge het bij wijlen wegens overmatige
herhaling een tijdlang worden vermeden, telkens komt het motief weer in
nieuwe vormen op, bij voorbeeld in de bioscoop-cowboy-romantiek. En in
het persoonlijke liefdedenken buiten de litteratuur blijft het
ongetwijfeld altijd even sterk.
Het is moeilijk te bepalen, in hoeverre in de voorstelling van den
held-minnaar het mannelijk en in hoeverre het vrouwelijk aspect der
liefde zich openbaart. In het algemeen komt in de verbeelding der liefde
tot cultuurvorm bijna uitsluitend de mannelijke opvatting tot
uitdrukking, althans tot in zeer jongen tijd. Het gezicht der vrouw op
de liefde blijft altijd omsluierd en verborgen; het is teerder en dieper
geheim. En het behoeft niet de romantische sublimeering tot het
heldhaftige, want door zijn karakter van overgave en zijn onverbrekelijken
samenhang met het moederschap verheft het zich van zelf reeds zonder
fantazie van dapperheid en opoffering boven het zelfzuchtig-erotische.
Niet alleen omdat de mannen de litteratuur gemaakt hebben, ontbreekt de
vrouwelijke liefdesuitdrukking grootendeels, m
|