FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54  
55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   >>   >|  
Zon haar had getroost ... en de sterren! Toen ze gedaan had het verhaal van haar leven, raakte een zonnestraal het zwarte kruis in haar kelk aan. Dat werd toen een gouden kruis en mocht mee-blinken in het goud van den bloemen-hemel. Ze mocht heel dicht, heel dicht bij de Zon blijven: bij het Licht dat haar troost was geweest in haar leven. De madeliefjes bogen zich voor haar; en de liefsten, en de besten, en de moedigsten, juichten: --Ik wist het wel! En ze vertelden aan hun buurtjes, hoe ze gedaan hadden met de tulp: hoe ze toch altijd wel goedheid gevoeld hadden voor haar.... En de Zon zag de madeliefjes aan.... Ze zag hun blaadjes rood van schaamte. Toen zag de Zon de tulp aan, met haar nu gouden kruis; en de Zon, die wel alles weet en ziet, maar van heel uit de hoogte, voelde, nu ze het van dichtbij zag, het groote leed van de kleine tulp. Ze trok even haar stralen in ... want ... de Zon moest schreien... En boos, heel boos schoten haar stralen den volgenden dag op aarde neer, al de bloemblaadjes van alle madeliefjes rose schroeiende. Want dubbel boos was ze, omdat waarlijk de madeliefjes Haar beeld vertoonden in 't klein, en als kleine, blanke zonnetjes altijd zoo onschuldig opkeken naar Haar. Na dien tijd werden er geen heel witte madeliefjes meer geboren. Allen hebben rose uiteinden aan hun blaadjes; want de Zon stelde deze straf als een gedachtenis. En zoo is het gebleven tot op dezen dag. ELZE Daar regeerde eenmaal, in een schoon land een koning, die meende dat hij zeer wijs was; maar in waarheid was hij alleen goedhartiger dan de meeste andere menschen. Hij had een eenigen zoon, dien hij zoo liefhad, dat hij nacht en dag peinsde, hoe hij hem volkomen gelukkig zou kunnen maken. Reeds toen de prins nog maar een klein kindje was, dat evenals de geringste uit het rijk niets behoefde dan moederzorg, liet die gedachte den koning geen rust; en toen eenigen tijd na de geboorte van den jongen prins de koningin stierf, werd zij zoo groot in hem, dat zij hem boven alles bezig hield. Hij zag om zich heen mannen en vrouwen, rijken en armen, jongen en ouden, gebogen onder den last van het leven. Hij zag het vergeefs trachten en streven naar geluk, van allen die hem omringden en hoorde hun klachten rond zijn troon dwalen, waar hij zelf zat, peinzens-moede, met een hart vol liefde denkende aan het kind dat hij gelukkig wilde maken, zonder dat hij wist hoe. Hij las geleerde, wijsgeerige
PREV.   NEXT  
|<   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54  
55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   >>   >|  



Top keywords:
madeliefjes
 

hadden

 

altijd

 
stralen
 

jongen

 
kleine
 

koning

 

blaadjes

 

gouden

 

eenigen


gedaan

 
gelukkig
 

goedhartiger

 

alleen

 

meende

 

gedachte

 

waarheid

 

moederzorg

 

behoefde

 
meeste

peinsde

 

volkomen

 
kunnen
 

liefhad

 

kindje

 

evenals

 

andere

 
menschen
 

geringste

 
peinzens

dwalen

 

hoorde

 

klachten

 

zonder

 
geleerde
 

wijsgeerige

 

liefde

 
denkende
 

omringden

 

geboorte


koningin

 
stierf
 

mannen

 

vrouwen

 

vergeefs

 

trachten

 

streven

 

rijken

 

gebogen

 

blanke