FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  
's avonds bij 't brugje, in de schaduw. Je kunt dan hun oogen zien glinsteren in 't donker, als ze kijken naar de elfen die in 't maanlicht over 't beekje zweven. Elfen komen alleen in 't licht: in 't maanlicht. O! ze zijn zoo mooi! Ze dansen, met bloemen en kransen. Ze zijn wazig-wit gekleed, met haren die glanzen; en ze zingen ... soms heel treurig ... meestal wel treurig ... maar dat is juist zoo mooi!... Wanneer neem je me mee naar je kasteel? --Ik weet het nog niet. Ik kan er nu niet komen. Tot zijn eigen verwondering sprak de jonge man tot het kind als tot een gelijke. --Waarom niet? vroeg ze. --Ik heb den sleutel van het kasteel verloren, en kan hem niet terug vinden.... Ik kan nu ook niet zoeken. --Waarom niet? --Omdat ik ziek ben en hier eerst gezond moet worden. --Hier? --Neen, in 't dorp, achter de bosschen. Het kind dacht na. --Weten ze in 't dorp, dat je een prins bent? vroeg ze. --Neen. --Weet ik het dan alleen? --Velen gelooven het niet! --Zoo; ik zag het dadelijk! Je ziet er uit als een prins! --Waarom? --Je hebt het gezicht van een prins!... Ben je erg ziek? --Ik weet het zelf niet. Misschien wel. --Zou het mogelijk zijn dat je dood ging? --Ik weet het niet.... Misschien wel. --Voordat je weer in je kasteel bent? --Misschien wel! Allerlei indrukken volgden elkaar op, in het gezichtje van het kind: angst, droefheid, verwondering, en eindelijk een geheimzinnige blijheid. Ze boog zich zoo ver ze kon voorover, en zei zacht, met hoopvolle oogen: --Ik zal den sleutel van je kasteel voor je weervinden. Zal je er mij dan brengen? --Ja: dat zal ik! De blauwe sprookjes-oogen dankten; en het molenrad zong, en het beekje gleed het dal in, en het dal wist weldra van den prins, die misschien sterven zou.... En het beekje zong vrede, en het meisje en de jonge man spraken niet. Zij zag naar het beekje en naar het getril van stille golfjes, en hij zag haar aan. Ze kon ongeveer vijftien jaar zijn; maar was zoo teer en fee-achtig, dat men ook gelooven zou, dat ze niet ouder was dan tien. Uit haar oogen keek een wonder-diepe ernst, die niet echt kinderlijk was. Het kwam hem voor, dat ze niet gezond kon zijn, en misschien, naar den geest vroeg rijp, spoedig van den levensboom zou afvallen. Haar lokken, lichtblond, en krullende even over haar schouders heen, omlijstten het doorschijnend, roze-bleeke gezichtje, met den roerenden oogen-ernst een geheel vormende
PREV.   NEXT  
|<   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  



Top keywords:

kasteel

 

beekje

 

Misschien

 

Waarom

 

maanlicht

 

sleutel

 

alleen

 

gezond

 

gelooven

 

verwondering


gezichtje

 

misschien

 

treurig

 

sterven

 

molenrad

 

dankten

 

weldra

 

bleeke

 
vormende
 

voorover


eindelijk

 
geheimzinnige
 

blijheid

 

hoopvolle

 

blauwe

 

roerenden

 

brengen

 

geheel

 

weervinden

 
sprookjes

stille
 

achtig

 

levensboom

 

afvallen

 
lokken
 
spoedig
 
kinderlijk
 

lichtblond

 
golfjes
 

doorschijnend


getril

 

meisje

 

spraken

 

omlijstten

 

ongeveer

 

vijftien

 

droefheid

 

krullende

 

schouders

 

meestal