FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57  
58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>   >|  
al wat gij zelf weet, opdat zijn geest vervuld worde van wijsheid. Ge zult hem spreken van de aarde, en van den hemel; van sterren, zon, en maan; van het vuur dat is in het hart der aarde, en van het water, dat is op haar oppervlakte, en in haar ingewanden. Gij zult hem leeren van plicht en godsvrucht, en alle schoone kunsten. Gij, vrouw, die de plaats vervult eener moeder bij den prins, zult tot hem spreken van goedheid en zachtheid jegens alle schepselen, zoodat geest en hart beide schoon worden. Gij zult hem de dieren leeren beschermen, zooals de goede sterke, den zwakkere beschermt; ge zult hem de bloemen leeren beschouwen, met eerbied voor hun schoonheid. Maar wat gij allen hem leeren zult, of waarvan gij tot hem spreken moogt, een woord zal uw mond nooit uitspreken in zijn bijzijn: het woord Liefde; opdat zijn ziel kalm en onbewogen door hartstocht moge zijn, en alleen geleid worde door wijsheid, deugd en plicht, zijn gansche leven. Wie onder u, vergetende dit mijn bevel, in het bijzijn van den prins spreken zal, zoo, dat de gedachte aan Liefde in hem opkomt, en ook hij, die in zijn bijzijn het woord Liefde zal uitspreken, zoodat hij er de beteekenis van zou willen leeren, zal gestraft worden, met de zwaarste straf die door booswichten uitgedacht kan worden. De leermeesters, en ook de voedster van den jongen prins, bogen zich, als vervuld van eerbied voor de woorden van hun koning. Daarop gingen ze heen, den koning alleen latende in zijn troonzaal, waar het vallende daglicht weifelend hing. En tot duister de ruimte vulde, zat de koning te droomen van het groote geluk, dat hij geven zou aan zijn kind. Toen de voedster naar buiten trad, om zich weer te voegen bij den prins, die in een gedeelte vanden paleis-tuin speelde, vloog een klein, rood vogeltje driemaal om haar hoofd, en verborg zich zingende in haar hart. Daar zong het maar al door; doch zoo zacht, dat zij zelf het alleen hoorde, en voor zich heen, lachte tegen zijn zang. De prins was bezig kapelletjes na te loopen, tot ze hem brachten bij de mooiste bloemen, die hij dan plukte, en tot een krans wond voor zijn vader, den koning. Zoodra hij de vrouw zag komen, die hem tot een moeder was geweest, liet hij de vlinders vliegen, en wierp, in haar armen vluchtende, zijn krans op den grond. Toen, den lach in haar oogen ziende, vroeg hij: --Voedster, wat is er in uw lach? wat is er in het lachen van uw oogen? --Prins, in den lach mijner o
PREV.   NEXT  
|<   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57  
58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>   >|  



Top keywords:
leeren
 

spreken

 

koning

 
bijzijn
 

Liefde

 
worden
 

alleen

 

eerbied

 

voedster

 

zoodat


uitspreken

 
bloemen
 

vervuld

 

moeder

 

wijsheid

 

plicht

 

paleis

 

speelde

 

lachen

 
Voedster

vanden

 

ziende

 
voegen
 

gedeelte

 

duister

 

ruimte

 

daglicht

 
weifelend
 

buiten

 
droomen

groote

 

mijner

 

driemaal

 

vallende

 
kapelletjes
 

geweest

 

vlinders

 
loopen
 

Zoodra

 

plukte


brachten

 
mooiste
 

lachte

 

hoorde

 

zingende

 

verborg

 

vogeltje

 

vluchtende

 

vliegen

 

beschermen