FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62  
63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   >>   >|  
t mij bedrogen, mijn heele leven bedrogen; want dat zij zoo schreit, komt, omdat het heel ernstig is en heel gewichtig, wat zij mij heeft verteld. En hij ging, de vrouw in haar leed latende, volgend zijn zoekende gedachten, alsof hij uit zijn leven weg moest, uit zijn geheel vorig leven weg, het onbekende te vinden daarbuiten, in de onbekende wereld. Hij ging langzaam heen, den paleistuin uit, een richting die hij nooit gegaan was, naar buiten, al maar blind zoekende, in het duister dat plotseling zijn denken vervulde. Hij ging maar al door, al door, niet hoorende de jammer stem die hem riep, niets hoorende dan het zoeken in hem, naar het weten van Liefde. De voedster, ziende door den nevel van tranen die gestaag voor haar oogen ging, riep hem, en wankelde hem na, smeekende toch te keeren. Maar toen hij, niet luisterende, zich al verder en verder verwijderde, sloop ze, gebogen, en als gebroken van leed, naar het paleis terug, en wierp zich voor de voeten van den koning, haar misdrijf uitkermende, en ter aarde wachtende haar straf. De koning, diep verbolgen, deed haar grijpen en in boeien slaan. Om uitvoering te kunnen geven aan de straf, waarmee hij jaren geleden gedreigd had, liet hij de gemeenste boosdoeners voor zich brengen, die de gevangenissen bevolkten, hun gebiedende een zoo gruwelijke straf te bedenken, als in hun ontaarde hersens zou opkomen. Vrijheid zou daarna hun loon zijn. Na een tijdlang met de anderen te hebben beraadslaagd, trad een van hen naar voren, zich krommende voor den koning, die ongeduldig wachtte. Het was een man, wiens leven een aaneenschakeling was geweest van misdrijven. In zijn met bloed beloopen oogen gloeiden haat en moordlust. Leugen en meineed hadden zijn lippen misvormd; en zijn houding geleek meer op die van een roofdier, dan van een mensch. Met een duivelschen lach sprak hij tot den koning, die in toornige aandacht luisterde: --O koning, als ik u zeg, wat ons het afschuwelijkst, het zwaarst te dragen schijnt, geeft ge ons dan allen de vrijheid? --Ja! duizendmaal ja! zoo waar de zon aan den hemel staat! riep de koning met luid-klinkende stem. --Welnu, ons lijkt de zwaarste straf: een braaf mensch te moeten zijn, dat zijn heele leven niets doet dan wat goed, eerlijk, godsdienstig en fatsoenlijk is. Alle genot gelegen in stelen, liegen en moorden, moet hij missen. Onopgemerkt en in kleurlooze eentonigheid gaat zijn leven voorbij. Zulk een leven, gek
PREV.   NEXT  
|<   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62  
63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   >>   >|  



Top keywords:
koning
 

mensch

 

verder

 
hoorende
 

bedrogen

 
zoekende
 

onbekende

 

hadden

 

lippen

 

Leugen


gloeiden

 
moordlust
 

misvormd

 

meineed

 

voorbij

 

duivelschen

 

roofdier

 

beloopen

 

geleek

 
houding

misdrijven

 

hebben

 
beraadslaagd
 

anderen

 

tijdlang

 

daarna

 

krommende

 
aaneenschakeling
 

geweest

 
ongeduldig

wachtte

 

toornige

 

fatsoenlijk

 

duizendmaal

 
vrijheid
 

gelegen

 

godsdienstig

 
zwaarste
 

eerlijk

 

klinkende


Vrijheid

 
stelen
 

Onopgemerkt

 

luisterde

 

kleurlooze

 

moeten

 

aandacht

 

afschuwelijkst

 

zwaarst

 

moorden