FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  
uurlijks; en teer-roze blaadjes lieten los van den rozenstruik, en zweefden naar 't beekje, dat hen meenam, het dal in. De prins droeg een zwart fluweelen buisje; zijn hoed, een gewone, wit-strooien hoed, helaas! zonder veeren, lag in 't gras; en zijn armen waren gevouwen achter zijn hoofd, als hoofdkussen. Al een heele poos had hij daar gelegen, gelokt door 't vredige geruisch van 't molenrad, eerst niets hoorende dan dat. Toen, als iets wonderlijks, het stemmetje, vol gevoel, vertellende. Hij had niet durven kijken, niet precies kunnen nagaan, waar het stemmetje vandaan kwam, tot opeens de rozenstruiken opzij bogen, en het blonde meisje omlijstten, dat hem nog altijd aanzag. Langzaam opende de prins de oogen: zachte, vriendelijke oogen, in een droefgeestig gezicht. Het meisje liet den rozenstruik los, die nu tusschen hem en haar dicht sloeg. Hij sloot weer half de oogen, en bleef stil liggen. Toen kwam het blonde meisje achter de dennen vandaan, voorzichtigjes, zachtjes als een schuw vogeltje, dat toch nieuwsgierig is. Ze nam afgevallen rozeblaadjes in haar hand, en gooide ze in de beek, doende alsof ze hem niet zag. Het sprookjesboek hield ze vast; en af en toe dwaalden haar groot-open vraag-oogen naar den prins, die de zijne nog altijd half dicht hield en zich niet bewoog. En het molenrad achter de rozen zong, en weefde zilveren waden, en het meisje vond dit alles heel natuurlijk, dat het zoo was. --Wat lees je? vroeg eindelijk de prins. Het kind hief met beide handen het boek in de hoogte; en hij las, zijn oogen nu geheel openend: --Sprookjes? --Ja. Jij bent zeker een prins? Een bleek lachje gleed over het ernstige gezicht van den prins. --Ja; zei hij. Hij was een prins, behoorende tot de uitverkorenen, die heersenen zullen, als de lieve God hen laat leven tot ze koning worden: koning over de zielen der menschen, heerschende door het schoone woord, dat doet buigen voor wien het voert als schepter, het hoog houdende. --Dat dacht ik dadelijk! Je hebt zeker al veel ondervonden. Ben je al eens betooverd geweest? --Ja; zei de prins, en hij jokte niet. --Vertel eens! Het wonder-teere figuurtje ging tegenover hem zitten, op den glooienden oever; en de blauwe straal-oogen zagen in diepe verwachting naar het gezicht van den prins. Hij sloot weer de oogen. --Even denken, wat ik je vertellen zal. Na een poos hief hij zich op; en half zittende, half leunende in 't gras, verzon
PREV.   NEXT  
|<   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  



Top keywords:

meisje

 

gezicht

 

achter

 

stemmetje

 

molenrad

 

blonde

 

altijd

 

koning

 

vandaan

 

rozenstruik


uitverkorenen

 

heersenen

 

zullen

 

eindelijk

 

natuurlijk

 

geheel

 

openend

 

Sprookjes

 
hoogte
 

ernstige


handen

 
lachje
 

behoorende

 

buigen

 

zitten

 

tegenover

 

glooienden

 

blauwe

 

figuurtje

 
geweest

Vertel
 

straal

 

zittende

 

leunende

 
verzon
 
vertellen
 
verwachting
 

denken

 
betooverd
 

schoone


heerschende

 

zilveren

 

menschen

 

worden

 

zielen

 

dadelijk

 

ondervonden

 

schepter

 

houdende

 

vredige