FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68  
69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  
hem toch toe! --Ja; maar vader kan niet vragen... en daar heeft hij gelijk in. Men vergeet hem.... We kunnen immers toch leven! Waarom zullen we dan vragen?... --Maar het is toch zijn recht! Elze lachte. --Vader zegt dat Recht dood is, voor hen die 't niet kunnen levend-koopen! Maar als de prins koning is, ga ik naar hem toe, om te vragen.... Vader wordt oud en moet geholpen worden! --De prins zal zeker helpen! --Is hij goed? --Dat weet hij zelf niet! --Maar jij? Hoe vindt jij hem? --Ik ken hem niet! Weer zwegen beiden en zagen droomerig de blanke duiven trippelen, opvliegen en neerdalen. Elze bukte zich, een duifje streelende, dat langs haar voeten vlijde om aangehaald te worden. Haar golf-haar viel zwaar naar voren. --Wat heb je mooi haar! zei de prins. Zoo zacht en lang! Elze bloosde van genoegen. --Vader zegt nog wel, dat ik het moet opsteken of afknippen! Maar ik begrijp niet waarom.... --Neen; dat zou jammer zijn. Mag ik... mag ik het even aanraken.... Elze zweeg. Toen wendde ze haar hoofd af, en zei: --Och! waarom niet! Voorzichtig bracht de prins het luchtige, golvende haar bij zijn gezicht, dat hij er in verborg. Toen kuste hij het, terwijl een warme blos zijn wangen kleurde. De duiven werden onrustig. Ze vlogen op: eerst een paar, toen allen, en verborgen zich tusschen de bladeren van den boom, zoodat ze geheel onzichtbaar waren. --Je moet weg gaan, zei Elze. Ze had nog altijd haar gelaat afgewend, en vouwde nu stil haar handen. --Waarom? --Dat weet ik niet.... Plotseling stond ze op en luisterde. --Vader!... zei ze, vlug het huisje in gaande, waarvan de deur open bleef. De prins wilde haar volgen; maar op het pad dat naar het bosch leidde, zag hij denzelfden ouden man komen, die hem 's morgens den weg had gewezen. Op eenige passen afstand bleef hij staan. De prins stond op. Toen wierp de oude man zijn nu gevulden zak op den grond, en kwam nader. Beide handen lei hij zwaar op de schouders van den prins, en zag hem lang en vast in de oogen. Toen zei hij langzaam: --Dezen weg heb ik u niet gewezen; maar ik heet u welkom zooals mijn plicht is... wie ge ook zijn moogt. Uw oogen laten uw ziel lezen; en daar is geen bedrog tusschen die twee. Volg me, en deel ons maal, als 't u niet te eenvoudig is. Toen volgde de prins den ouden man in het huisje. Zwijgend gebruikten ze het sobere maal. De prins sprak niet. Alleen Elze vroeg met korte zinnetjes
PREV.   NEXT  
|<   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68  
69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  



Top keywords:
vragen
 

duiven

 

kunnen

 
gewezen
 

tusschen

 
waarom
 

handen

 

huisje

 

Waarom

 

worden


volgde

 
gaande
 

Zwijgend

 

gebruikten

 

Plotseling

 

waarvan

 

luisterde

 

volgen

 

eenvoudig

 
leidde

afgewend

 

zoodat

 
geheel
 

bladeren

 

verborgen

 

zinnetjes

 

onzichtbaar

 
altijd
 

gelaat

 
vouwde

Alleen

 

sobere

 

denzelfden

 

langzaam

 
schouders
 

welkom

 

plicht

 
zooals
 

morgens

 

bedrog


eenige

 
passen
 

gevulden

 

afstand

 

zwegen

 

helpen

 

beiden

 

duifje

 

streelende

 

neerdalen