FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70  
71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  
en, waar de oude man den prins den kerktoren had gewezen, bloosde zacht licht na van de avond-zon, die al weggezonken was achter het grijze silhouet van de verre stad. --Hoe mooi! riep de prins en bleef staan. Heb ik de aarde nog nooit zoo mooi gezien, of is er een floers van mijn oogen gevallen! Hij zag om, naar het zwart-gapende boschpad, dat hij achter zich had gelaten, en bleef met de hand aan zijn hoofd even stil staan. Toen klonk helder, heel ver klokkengelui van de stad; en de prins, zich recht heffend, ging daarheen, waar het hem scheen te roepen. Zacht-aan gleed schemer over de landen rond de stad; en er begonnen lichten te flikkeren, terwijl zij zich steeds meer verhief bij zijn naderen. Toen de prins al dicht bij de donkere huizen kwam, sprak een klein bedelmeisje hem aan. Ze had blond haar en blauwe oogen, die echter in 't half-donker zwart schenen; en ze verkocht zwavelstokken. De prins stak de hand in zijn zak, en haalde er een goudstuk uit, dat hij in het mandje wiep, waarin het kind haar koopwaar aanbood. --God zegene u, edele Heer! zei het kind en greep zijn hand vast; maar dat is te veel! Laat ik u tenminste dit bosje zwavelstokken geven. Steek ze bij u. Ze kunnen u van groot nut zijn. Ze verlichten niet alleen, wanneer gij ze aansteekt, de ruimte waar gij u bevindt, maar ze doen u alle dingen en menschen zien, zooals ze zijn; niet zooals ze schijnen. De prins stak met een mat lachje het pakje zwavelstokken bij zich, en vervolgde zijn tocht. Weldra kwam hij nu aan een breede straat, waar helder verlichte winkels als vriendelijke oogen blonken. Er gingen daar veel menschen; ook vrouwen met wonder blank-en-roode gezichten. Er waren er die hem lief toelachten; en de prins, die hen vriendelijk vond, knikte terug. Hij wist niet waarheen te gaan, en bleef even stil staan, toen een mooi, jong meisje op zijn schouder tikte. --Waarheen ga je? vroeg ze; en haar schitterende, bruine oogen drongen vreugde-belovend in de oogen van den prins. --Dat weet ik niet! --Ga met mij mee! --Ja; zei de prins, en volgde haar, gedachteloos bijna. --Wat doe je hier! vroeg ze lief. --Ik zoek!... --Wat zoek je? --De Liefde! Een helder knetterend lachje, als vuurwerk dat een zwart uitgebrand omhulsel nalaat, deed den prins opschrikken. --Die zal ik je wel geven! Zooveel je maar wilt! Het meisje stak haar arm door den arm van den prins, en de prins, moe en eenzaam, vond dit prettig.
PREV.   NEXT  
|<   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70  
71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  



Top keywords:
zwavelstokken
 

helder

 

zooals

 
lachje
 

menschen

 
meisje
 

achter

 

breede

 

straat

 

uitgebrand


Weldra

 
gingen
 

vervolgde

 

verlichte

 

omhulsel

 

vriendelijke

 

winkels

 

opschrikken

 

blonken

 
nalaat

schijnen

 

eenzaam

 
bevindt
 

ruimte

 

aansteekt

 

alleen

 

wanneer

 
prettig
 

Zooveel

 
dingen

knetterend

 

Waarheen

 

schitterende

 

schouder

 
bruine
 

drongen

 

volgde

 
vreugde
 

gedachteloos

 

belovend


gezichten

 
vrouwen
 

Liefde

 

toelachten

 

waarheen

 

knikte

 

vriendelijk

 

vuurwerk

 

boschpad

 

gapende