FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80  
81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  
rag tegenover haar; maar vond alleen dat hij nog vriendelijker en zachter voor haar was dan vroeger. Eindelijk vroeg ze den prins naar de reden van zijn somber gezicht; maar hij streelde haar over het glanzende haar, en kuste haar teeder, zeggende: --Laat ik je niet vermoeien met zaken. Elze was daar niet mee tevreden. Ze vleide en smeekte net zoo lang, tot de prins haar de reden van zijn somberheid meedeelde. --Het is niet zoo prettig, eenmaal als koning te moeten optreden, zei hij. Mijn vader wil afstand doen van de regeering, omdat hij zich oud en zwak begint te gevoelen, en mij wil laten werken wijl ik jong ben.... Nu hebben eenige grooten een poos geleden een complot gesmeed, dat tegen mij, of eigenlijk tegen jou gericht was. Men wilde je niet erkennen als toekomstige koningin. De schuldigen zijn gestraft en alles is schijnbaar rustig nu; maar ik vrees dat er een geest van verzet rondwaart.... Jou missen Elze, wil ik niet; en mijn plicht als zoon van mijn vader moet ik doen.... Zie, dit doet me soms nadenken; en mijn gedachten kan ik je niet altijd zeggen.... Ze zouden je leed doen. Elze zweeg. Ze had wel gemerkt dat ze in den laatsten tijd met minder geestdrift werd begroet, als ze zich onder het volk vertoonde; maar ze had gemeend dat dit kwam, omdat zij niet langer 'n nieuwtje was; omdat men aan haar verschijning gewend werd. Zij wilde dienzelfden dag nog alleen uitrijden, en scherp toezien hoe men haar bejegenen zou. Bij haar huwelijk had het toen gefluisterde woord een angst-zaadje in haar hart gestrooid, dat stil in duister lei te wachten op ontkiemen. Ze was nu eenige dagen niet uitgegaan, en wilde de houding van het volk eens goed waarnemen. Ze liet dus haar rijtuig voorkomen, en reed alleen weg, zichzelve tot gerustheid dwingende. Al dadelijk kwam ze een ouden man tegen, die met een blijden lach groette. --De oude menschen zullen me ook niet haten, dacht Elze; evenmin als de kinderen. Want bij de eersten zijn alle hartstochten gestorven, en bij de laatsten slapen ze nog. In de stad groette men haar als altijd; maar met dreigende blikken. Op den hoek van een straat stond een troep volk die steeds aangroeide; zoodat Elze haar paardje moest intoomen, en eindelijk stil hield. Toen kwamen een paar ruwe kerels nader en schreeuwden dreigend: --Weg met de boschvrouw! en wierpen hun mutsen tegen den grond. Elze richtte zich hoog op. --Gaat opzij mannen! riep ze gebiedend, staande als ee
PREV.   NEXT  
|<   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80  
81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  



Top keywords:

alleen

 

groette

 

eenige

 

laatsten

 

altijd

 

voorkomen

 

rijtuig

 

zichzelve

 

bejegenen

 

toezien


scherp

 

dadelijk

 

uitrijden

 

waarnemen

 

gerustheid

 

dwingende

 

dienzelfden

 

wachten

 
gewend
 

zaadje


duister

 
ontkiemen
 

huwelijk

 

gestrooid

 

houding

 

gefluisterde

 

uitgegaan

 

kerels

 

schreeuwden

 
dreigend

kwamen
 

intoomen

 

eindelijk

 

boschvrouw

 
wierpen
 
mannen
 
gebiedend
 

staande

 
mutsen
 

richtte


paardje

 

zoodat

 

evenmin

 

kinderen

 

verschijning

 

eersten

 

blijden

 

menschen

 

zullen

 

hartstochten