ds haar wensch zijn physisch welgevallen op te wekken, en dit
koketteeren met hem, deze bemoeiingen om door houding en kleeding
indruk op hem te maken verkoelden hem, stieten hem meer van haar af
dan dat ze hem aantrokken.
Het was in het schemeruur. Anna was alleen en verwachtte zijn
terugkomst van een diner met ongehuwde heeren; zij ging in zijn
kabinet, waar men het gedruis der straten het minste hoorde, op
en neder en dacht over de bizonderheden van den pas voorgevallen
strijd. Zij ging terug tot de aanleiding en kon het lang niet
gelooven, dat een twist had kunnen ontstaan uit een onschuldig voor
beiden onverschillig gesprek. En toch was het zoo geweest. Hij had
zich over de gymnasien voor meisjes vroolijk gemaakt en ze voor
overtollig verklaard, zij daarentegen had ze verdedigd. Hij had
bovendien verachtelijk over de beschaving der vrouwen gesproken en
de meening geuit, dat Hanna, de door Anna geprotegeerde Engelsche,
volstrekt niets van de physica behoefde te weten.
Dat had Anna verdroten; zij had daarin eene minachtende opmerking over
haar doen en streven gezien en zij antwoordde hem met een gezegde,
dat de haar veroorzaakte smart weer moest vergelden.
"Ik verwacht volstrekt van u niet meer, dat gij aan mijn gevoelen
denkt als iemand, die mij lief heeft," had zij gezegd.
En hij was rood geworden van ergernis en had iets onaangenaams
geantwoord. Haar antwoord had zij vergeten, maar hij had haar daarop,
met het blijkbaar oogmerk haar te kwetsen, gezegd:
"Voor mij is inderdaad uwe voorliefde voor dit jonge meisje weinig
interessant en wel daarom, dat ze onnatuurlijk is."
Deze wreedheid, waarmede hij de wereld verstoorde, die zij zich gebouwd
had om haar moeielijk leven te kunnen dragen, deze onbillijkheid,
waarmede hij haar van onoprechtheid en onnatuurlijkheid beschuldigde,
had haar opgewonden.
"Het doet mij leed, dat slechts het ruwe en materieele u begrijpelijk
en natuurlijk voorkomt," had zij geantwoord en was toen de kamer
uitgegaan.
Toen hij nu daarop gisteravond weder bij haar was gekomen, hadden zij
den gevoerden twist niet aangeroerd, maar beiden hadden het gevoel
gehad, dat hij wel geeindigd, maar niet spoorloos voorbijgegaan was.
Heden was hij den geheelen dag nog niet te huis gekomen en zij gevoelde
zich zoo verlaten en de verwijdering tusschen hen drukte haar zoo
zwaar, dat zij bereid was alles te vergeven en te vergeten, zich met
hem te verzoenen, zich zelf aan te klagen en hem te v
|