voor een mousselinen kleedij verwisseld hebbende, alsdan,
niet door redeneering begrijpt, maar in zijn geheele lichaam voelt,
dat hij naakt, beroofd en bestemd is om ellendig om te komen.
Van toen af gevoelde Lewin, zonder iets in zijn uitwendig leven
te veranderen, zich steeds ontrust over zijn onwetendheid, daar
hij gedrongen was met droefheid te erkennen, dat datgene, wat hij
zijn _overtuigingen_ noemde, wel verre van hem licht te geven, die
dingen voor hem ontoegankelijk maakte, waaraan hij zulk een dringende
behoefte gevoelde.
De dagelijksche beslommering en afleiding verdrongen wel deze
gedachten, maar na de bevalling van zijn vrouw, toen hij te Moskou
zonder bepaalde bezigheid leefde, keerden zij gedurig met klimmende
hardnekkigheid terug.
Hij stelde zich de vraag aldus: "Indien ik de verklaringen van het
Christendom omtrent het probleem van mijn bestaan niet aanneem, waar
zal ik dan andere vinden?" En hij doorvorschte zijn wetenschappelijk
systeem even vruchteloos, als hij een speelgoedwinkel of een arsenaal
zou doorzocht hebben om er voedsel te vinden.
Onwillekeurig, onbewust, zocht hij in zijn lectuur, in zijn
conversatie, in de personen, die hem omringden, een of ander
aanrakingspunt met het onderwerp, dat hem geheel vervulde.
Eene daadzaak verwonderde hem en hield hem meer bizonder bezig:
waarom schenen de lieden zijner wereld, die grootendeels, even als
hij, het geloof met de wetenschap hadden verwisseld, geen zedelijk
lijden te ondervinden en volmaakt voldaan en tevreden te leven? Zou de
wetenschap hen meer duidelijk en klaar antwoorden op deze verwarrende
vragen? En hij begon de menschen en boeken, die de zoo vurig verlangde
oplossing konden bevatten, te bestudeeren.
Hij ontdekte evenwel, dat hij in een grove dwaling was vervallen door
met zijn makkers van de universiteit aan te nemen, dat de godsdienst
iets zonder beteekenis is; zij, die hij het meest genegen was: de
oude vorst, Lwof, Sergej Iwanowitsch, Kitty, bewaarden het geloof
hunner jeugd, dat hij zelf had gedeeld; de vrouwen in het algemeen
en het geheele volk geloofden.
Verder zag hij in, dat de materialisten, wier gevoelens hij deelde,
aan deze geen bizondere beteekenis gaven en, verre van die vraagstukken
te verklaren, zonder welker oplossing het leven hem onmogelijk scheen,
schoven zij ze ter zijde om er in de plaats de definitie van andere
voor te geven, die hem zeer onverschillig lieten, als: de ontwikkeling
van het organisme
|