FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   520   521   522   523   524   525   526   527   528   529   530   531   532   533   534   535   536   537   >>  
moeten zij vechten?" vroeg de oude vorst met het voornemen het reeds voor de komst van Lewin begonnen gesprek voort te zetten. "Wie heeft eigenlijk de Turken den oorlog verklaard? Iwan Iwanowitsch Ragasow of gravin Lydia Iwanowna met madame Stahl?" "Niemand heeft den oorlog verklaard, maar zij nemen slechts deel in het lijden hunner medemenschen en wenschen hen te helpen," antwoordde Sergej Iwanowitsch. "Niet van hun deelneming spreekt de vorst," zeide Lewin het voor zijn schoonvader opnemend, maar van den oorlog. Hij beweert slechts, dat bizondere personen niet zonder toestemming der regeering aan een oorlog moesten deelnemen." "Nu? Hoe is dan uw eigen gevoelen?" vroeg Katawassow lachend, blijkbaar om Lewin tot een strijd uit te lokken. "Waarom zouden privaatpersonen daartoe geen recht hebben." "Mijns inziens is de oorlog zulk een ruwe, wreede en afschuwelijke zaak, dat geen mensch, het minst een Christen, persoonlijk de verantwoordelijkheid van het begin van zoo iets verschrikkelijks mag op zich nemen; dat mag slechts de regeering, die daartoe geroepen is, als zij onvermijdelijk tot een oorlog wordt gedwongen." Kosnischew en Katawassow waren dadelijk tot tegenspraak gereed. "Er kunnen zich," beweerde Katawassow, "gevallen voordoen, dat de regeering geen acht slaat op den wil der bevolking, en dan doet de stem der openbare meening haar wil kennen." Maar Sergej Iwanowitsch was hiermede niet tevreden; hij fronste het voorhoofd en zeide: "Je had de vraag anders moeten stellen. Hier doet zich, zonder dat er een oorlogsverklaring bestaat, eenvoudig het rein menschelijke of laat ons zeggen Christelijk gevoel gelden. Men vermoordt onze broeders, die met ons van een bloed en een geloof zijn, of, nemen wij aan, 't zijn niet onze broeders en geloofsgenooten, maar eenvoudig kinderen, vrouwen en grijsaards. Nu komt ons gevoel daartegen in opstand en wij Russen snellen toe om aan deze gruwelen een eind te maken. Stel je voor: Je gaat over de straat en ziet hoe een dronken man een vrouw of een kind mishandelt. Zou je dan vragen, of je met dien mensch in oorlog zijt of niet? Ik denk dat je hem zoudt aangrijpen en de mishandelden in bescherming nemen." "Maar ik zou hem niet dooden," bracht Lewin er tegen in. "Ja wel, je zoudt hem onder zekere omstandigheden ook dooden." "Dat weet ik niet. Ik zou mijn oogenblikkelijke impulsie volgen; maar op welke wijze kan ik niet vooruit zeggen. Doch zulk een oogenblikkelij
PREV.   NEXT  
|<   520   521   522   523   524   525   526   527   528   529   530   531   532   533   534   535   536   537   >>  



Top keywords:

oorlog

 

Katawassow

 
slechts
 

regeering

 

Iwanowitsch

 
gevoel
 

eenvoudig

 

zeggen

 
zonder
 

daartoe


mensch

 

broeders

 

moeten

 

verklaard

 
dooden
 

Sergej

 

fronste

 

geloofsgenooten

 

geloof

 

voorhoofd


kinderen

 

hiermede

 

grijsaards

 

vrouwen

 

tevreden

 

oorlogsverklaring

 

anders

 

menschelijke

 

Christelijk

 
oogenblikkelij

vermoordt

 

bestaat

 

stellen

 
gelden
 
daartegen
 
aangrijpen
 

vragen

 

oogenblikkelijke

 
mishandelt
 

mishandelden


bracht

 
omstandigheden
 
bescherming
 
vooruit
 

zekere

 

gruwelen

 
Russen
 

snellen

 

volgen

 

dronken