FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   509   510   511   512  
513   514   515   516   517   518   519   520   521   522   523   524   525   526   527   528   529   530   531   532   533   534   535   536   537   >>   >|  
ging zij de trap op. "Is er bezoek?" vroeg zij in de voorkamer. "Catharina Alexandrowna Lewina," antwoordde de bediende. "Kitty! Dezelfde Kitty op wie Wronsky verliefd was," dacht Anna; "dezelfde Kitty, die hij zich steeds zoo gaarne herinnert. Hij betreurt het haar niet gehuwd te hebben. Maar aan mij denkt hij met wrevel en betreurt het mij ooit te hebben ontmoet." Dolly kwam haar te gemoet. "Ah, je bent nog niet vertrokken? Ik wilde je zelf bezoeken," zeide zij. "Vandaag heb ik een brief van Stiwa ontvangen." "Wij hebben ook een telegram gekregen," antwoordde Anna en zag naar Kitty om. "Hij schrijft, dat hij niet kan begrijpen, wat Alexei Alexandrowitsch eigenlijk wil, maar hij zou zonder een bepaald antwoord niet vertrekken." "Ik dacht bezoek bij u te vinden. Kan ik den brief lezen?" "Ja,--Kitty--" zeide Dolly wat verlegen. "Zij is in de kinderkamer gebleven. Zij is zeer ziek geweest." "Dat heb ik gehoord. Kan ik den brief lezen?" "Ja, ik zal hem dadelijk halen. Hij slaat het wel niet af, integendeel, Stiwa heeft hoop...." zeide Dolly en bleef in de deur staan. "Ik hoop en wensch volstrekt niets," zeide Anna. "Wat is dat? Kitty acht het zeker vernederend voor zich om mij te ontmoeten?" dacht Anna toen zij alleen was. "Wellicht heeft zij gelijk. Maar als het ook al waar is, mocht zij het mij toch niet toonen, zij, die op Wronsky verliefd is geweest. Ik weet het: in mijn toestand kan geen vrouw, die veel aan welvoegelijkheid hecht, mij ontvangen. Ik weet, dat ik van het eerste oogenblik af alles heb geofferd. Dat is nu mijn loon. O, wat haat ik hem. En waarom ben ik nu hierheen gekomen? Het wordt mij hier nog zwaarder dan te huis." Zij hoorde in de andere kamer de stemmen der zusters. "En wat moet ik nu aan Dolly zeggen? Moet ik Kitty de voldoening geven te zien, dat ik ongelukkig ben en dat ik bescherming inroep? Neen, en ook Dolly zal mij niet begrijpen. Ik heb haar niets te zeggen.... Het zou echter niet kwaad zijn Kitty te ontmoeten en haar te toonen, dat ik alles veracht en dat ik voor alles onverschillig ben." Dolly kwam met den brief terug. Anna las dien en reikte hem zwijgend weer over. "Dat alles heb ik geweten," zeide zij, "en het interesseert mij in het minste niet." "Waarom niet? Ik, integendeel heb hoop," antwoordde Dolly en zag Anna uitvorschend aan. Nog nimmer had zij haar in zulk een zonderlingen, opgewonden toestand gezien. "Wanneer zul je vertrekken?" Anna
PREV.   NEXT  
|<   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   509   510   511   512  
513   514   515   516   517   518   519   520   521   522   523   524   525   526   527   528   529   530   531   532   533   534   535   536   537   >>   >|  



Top keywords:

hebben

 

antwoordde

 
zeggen
 

toonen

 

integendeel

 
ontvangen
 

geweest

 

ontmoeten

 
vertrekken
 

begrijpen


toestand

 

verliefd

 

Wronsky

 

bezoek

 
betreurt
 

Waarom

 

uitvorschend

 

geweten

 

minste

 

waarom


interesseert

 

opgewonden

 

zonderlingen

 

gezien

 

Wanneer

 

oogenblik

 

hierheen

 

geofferd

 

eerste

 
welvoegelijkheid

nimmer

 

zwijgend

 

veracht

 
onverschillig
 
voldoening
 
bescherming
 

inroep

 

echter

 
zusters
 

reikte


ongelukkig

 
zwaarder
 
stemmen
 
andere
 

hoorde

 

gekomen

 
gebleven
 

vertrokken

 

gemoet

 

ontmoet