FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508  
509   510   511   512   513   514   515   516   517   518   519   520   521   522   523   524   525   526   527   528   529   530   531   532   533   >>   >|  
. Toen hoorde zij het rijtuig voorkomen, de huisdeur werd geopend, hij ging naar buiten. Maar hij kwam weer in den gang terug en er ijlde iemand naar boven. Het was de bediende, die de handschoenen haalde, welke hij had vergeten. Zij ging naar het venster en zag, hoe hij, zonder op te zien, de handschoenen aannam, met de hand den rug van den koetsier aanraakte en hem iets zeide. Zonder een blik naar het venster, zette hij zich op zijn gewone wijze in het rijtuig, sloeg het eene been over het andere, trok de handschoenen aan en verdween in een oogenblik achter den naasten hoek der straat. XXI. "Hij is weg,--het is ten einde!" sprak Anna nog aan het venster staande. En een kille ontsteltenis greep haar aan zooals des nachts bij het uitgaan van het licht en onder de verschrikkelijke nachtmerrie. "Neen! dat kan niet zijn!" riep zij uit, liep met driftige schreden de kamer door en trok heftig aan de schel. De eenzaamheid was haar zoo verschrikkelijk, dat zij den bediende niet afwachtte, maar te gemoet ging. "Informeer eens, waar de graaf is heengereden," zeide zij. De man antwoordde, dat hij zich naar de stallen had laten brengen. "Mij is bevolen," voegde hij er bij, "u te zeggen, dat, ingeval u wenschte uit te rijden, het rijtuig zou terugkeeren." "Goed. Wacht hier! Ik zal een paar regels schrijven. Zend Michael dadelijk naar de stallen." Zij zette zich neder en schreef: "Ik heb schuld. Keer terug; wij moeten tot een verklaring komen. Kom om Gods wil, ik ben bevreesd." Zij verzegelde het briefje, gaf het den knecht en in haar vrees om alleen te zijn verliet zij de kamer en begaf zich naar haar dochtertje. De roodwangige kleine zat aan de tafel en sloeg geweldig met een stop op het tafelblad, terwijl zij met haar zwarte oogen haar moeder aankeek. Deze beantwoordde eene vraag der Engelsche, door te kennen te geven, dat zij zich weer wel gevoelde en dat zij morgen naar het landgoed zouden vertrekken; toen zette zij zich naast het kind neder en begon voor hetzelve de stop op de waterkaraf rond te draaien. Maar het luid, helder klinkend lachen van het kind, de beweging der wenkbrauwen, herinnerden haar zoo levendig aan Wronsky, dat zij, om niet in tranen uit te barsten, opstond en de kamer verliet. "Is het mogelijk? Is alles ten einde? Neen, hij zal terugkeeren! Maar hoe zal hij mij dan dien vriendelijken lach, zijn geheele blijde opgewektheid, nadat hij met _haar_ had gesproken, kunnen verklar
PREV.   NEXT  
|<   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508  
509   510   511   512   513   514   515   516   517   518   519   520   521   522   523   524   525   526   527   528   529   530   531   532   533   >>   >|  



Top keywords:

handschoenen

 

rijtuig

 
venster
 

verliet

 

stallen

 
bediende
 

terugkeeren

 

Michael

 
schuld
 

alleen


dadelijk

 

dochtertje

 

kleine

 

roodwangige

 
schreef
 

geweldig

 

bevreesd

 

schrijven

 

verzegelde

 

tafelblad


regels

 

verklaring

 

knecht

 

moeten

 

briefje

 

vertrekken

 

tranen

 

Wronsky

 

barsten

 
opstond

mogelijk

 

levendig

 

herinnerden

 
klinkend
 
lachen
 
beweging
 

wenkbrauwen

 

opgewektheid

 
gesproken
 

kunnen


verklar

 
blijde
 
geheele
 
vriendelijken
 

helder

 

Engelsche

 
kennen
 

beantwoordde

 

zwarte

 

moeder