ij denk je niet." Zij
had vergeten of niet gehoord, dat hij gezegd had: "voor u en de
kinderen."
De vraag, of zij kinderen hebben zouden, was reeds lang een teeder
punt tusschen hen. Zijn wensch om kinderen te hebben verklaarde zij
daarmede, dat hij haar schoonheid voor niets rekende.
"Ach, ik heb ook gezegd: voor u; het meeste voor u!" hernam hij met
een verdrietig gelaat, "daar ik overtuigd ben, dat je opgewondenheid
meest veroorzaakt wordt door de onzekerheid van je toestand."
"Ja, nu veinst hij niet meer en zijn koele onverschilligheid komt te
voorschijn," dacht zij; zij had op zijn woorden geen acht gegeven en
zag nu in zijn oogen den koelen rechter, die haar onderzoekend aanzag.
"Dat is de oorzaak niet," zeide zij, "en ik begrijp volstrekt niet,
hoe je de oorzaak van mijn vermeende opgewondenheid kunt zien in de
omstandigheid, dat ik geheel in je macht ben. Wat is er dan in mijn
toestand onklaar en onzeker? Integendeel...."
"Ik betreur het, dat je mij niet wilt begrijpen," viel hij haar in
de rede, met den wensch zijn gedachten haar volkomen duidelijk te
maken. "Die onzekerheid bestaat juist daarin, dat je mij als vrij,
als niet gebonden beschouwt...."
"Daaromtrent kun je volkomen gerust zijn," antwoordde zij en begon,
terwijl zij zich van hem afwendde, haar koffie te drinken. Zij
bracht het kopje aan den mond en nadat zij een teug had genomen,
zag zij Wronsky aan en bemerkte duidelijk, dat haar houding van
onverschilligheid hem verdroot. Zij zette het kopje weer neder.
"Het is mij onverschillig, hoe je moeder over mij denkt en welke
huwelijksplannen zij voor je smeedt."
"Daarvan spreken wij nu niet."
"Ja wel! En geloof mij, elke vrouw zonder hart, zij mag oud of
jong zijn, zij mag je moeder of een andere zijn, is mij volmaakt
onverschillig."
"Anna, ik bid je mijn moeder te respecteeren."
"Eene vrouw, wier hart niet kan gevoelen, waarin het geluk en de eer
van haar zoon zijn gelegen, zulk eene vrouw heeft geen hart."
"Ik herhaal mijn verzoek om van mijn moeder, die ik vereer, niet zoo
verachtelijk te spreken," zeide hij, terwijl hij de stem verhief en
haar ernstig aanzag.
Zij antwoordde niet, maar mat hem met de oogen. Zij herinnerde zich
tot in kleinigheden het verzoeningstooneel van den vorigen dag en
zijn hartstochtelijke teederheid.
"Dezelfde liefkozingen heeft hij ook aan andere vrouwen verspild
of hij wil en zal het doen!" dacht zij en, terwijl zij hem met een
toornigen blik
|