n, aan eene te Albay zeer geliefde heilige
gewijd. Sedert ruim een maand hield men zich met de toebereidselen
onledig: er zal door de jongelieden der stad een groot drama in
verzen worden vertoond, en ook aan verdere feestelijkheden zal het
niet ontbreken. Reeds des morgens vroeg worden wij gewekt door het
luiden der klokken, door muziek en het afschieten van zwermen; maar
de eigenlijke pret zou toch eerst 's avonds beginnen.
Des avonds dan werd er eerst een prachtig vuurwerk afgestoken; en toen
veranderde de pueblo geheel van voorkomen. De nieuwe gobernadorcillo
weet, voorwaar! hoe het hoort. Alle huizen zijn geillumineerd; op
de hoeken der voornaamste straten, op de drukste punten verrijzen
triomfbogen, paleizen, obelisken van bamboe, van onder tot boven met
lampions bedekt en eene zee van licht uitstralende; de dicht belommerde
lanen prijken met eene dubbele rij van bontgekleurde lantarens. Bij
het schijnsel dezer fantastische, tooverachtige verlichting ziet men
van alle kanten, te voet, te paard of op buffels gezeten, de lieden
uit den omtrek toestroomen, die zich haasten om bij de vertooning
van het groote en hartroerende drama tegenwoordig te zijn.
De menigte staat dicht opeen gepakt, op een ruim veld, tegenover
het tooneel. Het theater zelf, in acht dagen opgeslagen, heeft
alleen ruimte voor de notabelen van den pueblo, die in twee loges
plaats moeten vinden. De autoriteiten zitten op het tooneel zelf,
evenals de groote heeren aan het hof van Lodewijk XIII in het hotel
van Bourgogne. Het orkest, dat wil zeggen, het trompetterskorps van
Albay, plaatst zich evenzeer op het tooneel, en blaast er dapper op
los, hoewel de muziekanten reeds sedert den vroegen morgen aan het
toeteren zijn.--De handeling, die zich voor onze oogen ontrolt, is
uiterst ingewikkeld; daarentegen is de tooneeltoestel vooral niet
minder eenvoudig dan in de dagen van Shakespeare. Naar men zegt,
werd toen aan het hof van Elisabeth de plaats van de tegenwoordige
coulissen ingenomen door een eenvoudig bordje, waarop stond vermeld
wat het tooneel moest voorstellen; en de verbeelding der toeschouwers
was levendig genoeg, om met deze aanwijzing tevreden te zijn. Hier
ontbreekt ook dit bordje: de spelers zelven helpen ons op den weg. Bij
het optreden roepen zij, bij voorbeeld: "Hoe akelig eenzaam is het
hier!"--of wel: "Ik breng sidderend Uwer Majesteit mijn groet!"--en
men zou al zeer stompzinnig of zeer onwelwillend moeten zijn, om
niet te begri
|