FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62  
63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   >>   >|  
Schuck, door het gerucht ontwaakt, had een der aanvallers, die reeds in zijne kamer was doorgedrongen, overhoop gestoken, en vervolgens in allerijl de deuren en vensters gebarrikadeerd. De woning werd nu formeel belegerd; men wierp brandende pijlen op het dak van nipa; maar door eene hevige onweersbui, van stortregen vergezeld, was dit dak gelukkig zoo nat geworden dat het geen vuur vatte. De heer Schuck schoot op goed geluk, bij het licht der bliksemstralen. Eindelijk, bij het aanbreken van den dag, trokken de aanvallers af, drie dooden en een gewonde achterlatende. Over het lot van dezen laatste zal de sultan uitspraak doen. De weg, die het eiland van het noorden naar het zuiden, van de spaansche nederzetting tot Maibun, doorsnijdt, biedt nergens ernstige moeilijkheden aan; men bemerkt zelfs duidelijk, dat hij voor den oorlog, toen er op het eiland slaven in overvloed waren, zeer goed moet zijn geweest; tegenwoordig moet men de beken doorwaden, want de boomstammen, die weleer als bruggen dienden, zijn vergaan. De weg loopt eerst door een woud, tusschen de bergen But-Dato en But-Tulah aan de eene, en den Tuman-Tangis aan de andere zijde; dan loopt de weg met kleine krommingen langs de flauw glooiende berghellingen, die naar het zuiden afdalen. Op dien geheelen tocht ziet men niets dan eenige verwoeste en verlaten hutten, in de schaduw van kokospalmen en mangoustans, waarin groote troepen apen springen en dartelen. Eerst in de onmiddellijke nabijheid van Maibun vindt men eenige ellendige hutten, die bewoond zijn. Na opnieuw eene beek te hebben doorwaad, komen wij in een groot weiland, waar wij met geregelde tusschenpoozen geweerschoten hooren knallen. Wij bevinden ons op het schietterrein van den sultan, die steeds zijn namiddagen doorbrengt met het kijken naar schijfschieten; het paleis, een uitgestrekt, maar uiterst landelijk gebouw, van bamboe en riet opgetrokken, verrijst tegenover ons; ter linkerhand wordt het weiland begrensd door eene diepe beek; aan de overzijde van die beek ligt het dorp Maibun, dat zich tot aan de zee uitstrekt. Wij stijgen van onze paarden en begeven ons naar Mohammed Yamaloel Alam. De sultan, door zijne hovelingen omringd, zit in een prachtigen leuningstoel, onder eene vrij armzalige kiosk van nipa. Naast hem staat zijn zoon, Brahamuddin, die er verstandig en slim uitziet. De sultan en de prins zijn beiden op het rijkst uitgedost in prachtgewaden van chineesch satijn; hunne krissen en
PREV.   NEXT  
|<   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62  
63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   >>   >|  



Top keywords:

sultan

 

Maibun

 

weiland

 

aanvallers

 

eiland

 

hutten

 
Schuck
 

zuiden

 

eenige

 

steeds


schietterrein
 

bevinden

 

hooren

 

knallen

 

geweerschoten

 

tusschenpoozen

 

geregelde

 

namiddagen

 
troepen
 

groote


springen

 
waarin
 

mangoustans

 

verlaten

 

verwoeste

 
schaduw
 

kokospalmen

 
dartelen
 

bewoond

 

ellendige


opnieuw

 

hebben

 

nabijheid

 

geheelen

 

doorbrengt

 

onmiddellijke

 

doorwaad

 
verrijst
 

armzalige

 

leuningstoel


hovelingen
 
omringd
 

prachtigen

 
Brahamuddin
 
chineesch
 
prachtgewaden
 

satijn

 

krissen

 

uitgedost

 

rijkst