vo
19. Het Wandelend Woud
20. De Zonen van Hlodwig
21. Van een armen kleinen Zanger en een grooten Keizer
22. Karel de Groote
23. Renier en Albrade
24. Invallen der Noormannen
25. Anneken Soete, de kleine Herderin
26. De Graven van Vlaanderen
27. Een Sprookje
28. Het Slot van Bouillon
29. De boetvaardige Zondaar
30. De Kruistochten
31. Twee Vluchtelingen
32. Koophandel en Nijverheid
33. Eene Klokkenvertelling
34. De Gemeenten
35. Kapitein Lorenzo en zijne Reis naar Brugge
36. Brugge
37. Een Dichter
38. Jakob van Maerlant
39. Een Verhaal van Lijden en Tranen
40. Innerlijke Twisten in de Gemeenten
41. Eene Voorspelling
42. Het Prins-Bisdom Luik
43. Broeder en Zuster
44. Jan I en het hertogdom Brabant
45. Twee Vorstinnen
46. Strijd der Gemeenten tegen den Koning van Frankrijk
47. Hongersnood
48. Jakob Van Artevelde, de Wijze Man van Gent
49. Broedermoord
50. Dood van Jakob Van Artevelde
51. Graaf Lodewijk van Male
52. Filips Van Artevelde
VOORNAAMSTE GERAADPLEEGDE WERKEN.
BORMANS S. Le bon metier des Tanneurs de l'ancienne cite de Liege.
DE GERLACHE G. Histoire de Liege depuis Cesar jusqu'a Maximilien de
Baviere.
DEMAREZ G. Les luttes sociales en Flandre au XIII^e et XIV^e siecles.
FRIS V. Vlaanderens vrijmaking in 1302.
HOTTON J. James and Philip van Arteveld.
HYMANS L. Histoire populaire de Belgique.
JONCKBLOET. Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde.
KURTH. Histoire poetique des Merovingiens.
Id. Clovis.
Id. La frontiere linguistique.
Id. Les origines de la ville de Liege
LUeBKE W. Grundriss der Kunstgeschichte.
MONE F. Uebersicht der Niederlaendischen Volks-Literatur aelterer Zeiten.
NAMECHE. Histoire nationale.
PIRENNE H. Histoire de Belgique.
Id. Histoire du meurtre de Charles le Bon.
STALLAERT K. Geschiedenis van Hertog Jan den Eersten van Brabant en zijn
tijdvak.
TEN BRINK H. Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde.
THONISSEN. La loi salique.
VANDERKINDERE L. De Eeuw der Artevelden
VAN LENNEP. Onze Voorouders.
WAUTERS A. Les libertes communales.
Id. Le duc Jan I et le Brabant.
NOTEN:
[Noot 1: Herinnert u, dat de Romeinen van Rome kwamen; in
krijgskunde zeer bedreven waren, en dat de toen bekende wereld hun
toebehoorde.]
[Noot 2: Hoofdman of centurio, die bevel voert over honderd
soldaten.]
[Noot 3: Scherpe, platte lans.]
[Noot 4: Zware bijl.]
[Noot 5: Hemel.]
[Noot 6: Hem, heem, heim beteekent woonp
|