FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49  
50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   >>   >|  
waren, die tegen haar lachten, tot troost; en zacht wiegde ze heen en weer, tot groet. Nu voelde ze zich niet meer alleen! Een zwellende vreugde kwam in haar; en haar smeekende hand-bladen dankten!... dankten!... Zoo, opziende, vergat ze al haar verdriet: de kleine, booze blikken van de madeliefjes, de onvriendelijke opmerkingen, en het buiten-sluiten van hun avondgroet. Zoo viel ze in slaap, droomende van lichte bloemen blanker dan witte bloemen, levende in een donkere weide, heel hoog, en haar lief toelachende alsof ze hun zuster was. Toen ze den volgenden morgen wakker werd, voelde ze 't niet meer zoo erg, dat al de witte madeliefjes naar haar tuurden, of ze niet weer wat vreemds zouden opmerken. Haar hart had den nacht-vrede nog bewaard, en dacht aan de sterren. Aarzelend kwam het licht over de weide, nog maar alleen de hoogste topjes er op kleurende. Het aarzelen werd zekerheid; en toen kwam het aanjubelen: het Licht, het Zonlicht, het stralende, goede Liefdelicht ... over alles heen! Ze voelde het zacht rusten op haar nog gesloten kelk, en een wijde jubel doorstroomde haar. Haar stralende kelk opende zich voor het stralende Licht, en weenend van zaligheid, lei ze het gouden bloem-hart open voor de Zon, die er in ging, het vullende geheel, en het kussende met groote liefde.... Want de Zon heeft boven andere bloemen de tulpen lief. Geen bloem straalt in Haar licht zooals de tulp; geen bloem geeft zooveel glans voor gloed weerom. Zoo bleef ze staan, hoog op haar steilen stengel, haar hand-bladen even uitspreidende, opdat ze toch ook voelen zouden, heel voelen zouden: het Licht! de Zon! Ze dacht er niet meer aan: of ze het doen mocht: of ze zoo meer plaats innam dan anderen! Ze moest het doen! Toen ze even om zich heen keek, zag ze, hoe al de witte madeliefjes uitgespreid hadden hun blaadjes, zelf kleine, witte zonnetjes lijkende, zich verdringende om gezien te worden door het Licht; en ze voelde teederheid voor hen, voelde zich boven hen niet meer alleen, nu ze allen te zamen het Licht zochten, en door een Zon gekust werden. 's Avonds, toen het Licht stil uit haar kelk sloop, hoorde ze weer 't babbelen om zich heen van de nu gesloten bloempjes, die in den grijzen schemer als zacht-witte knopjes in 't gras bogen. Ze begreep wel niet, hoe het mogelijk was dat de madeliefjes, die als zij hadden opgezien naar de Zon, nog booze gedachtetjes in hun hartjes hadden; maar het deed haar geen pijn meer z
PREV.   NEXT  
|<   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49  
50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   >>   >|  



Top keywords:
voelde
 

madeliefjes

 

hadden

 
stralende
 

zouden

 
bloemen
 

alleen

 

voelen

 

gesloten

 

kleine


bladen

 
dankten
 

anderen

 

plaats

 

wiegde

 

zonnetjes

 

blaadjes

 

uitgespreid

 

weerom

 
zooveel

steilen

 

stengel

 
lijkende
 

zwellende

 

vreugde

 

uitspreidende

 

worden

 
begreep
 

knopjes

 
bloempjes

grijzen

 

schemer

 

mogelijk

 

hartjes

 
gedachtetjes
 

opgezien

 

babbelen

 
hoorde
 

lachten

 

teederheid


smeekende

 
gezien
 

troost

 

zochten

 

Avonds

 

gekust

 

werden

 

verdringende

 

andere

 

sterren