chap, "chevalerie et science, qui moult bien
conviennent ensemble". [169] "Science, Foy et Chevalerie" zijn de drie
lelien van _Le Chapel des fleurs de lis_ van Philippe de Vitri; zij
vertegenwoordigen de drie standen; de ridderschap is geroepen, om de
beide andere te behoeden en te beschermen. [170] Die gelijkwaardigheid
van ridderschap en wetenschap, die ook spreekt uit de neiging om aan den
doctorstitel dezelfde rechten toe te kennen als aan den riddertitel
[171] getuigt van het hooge ethische gehalte van het ridderideaal. Het
is de vereering van een hooger willen en durven naast die van een hooger
weten en kunnen; men heeft de behoefte, om den mensch in een hoogere
potentie te zien, en wil die uitdrukken in den vasten vorm van twee
wijdingen tot hooger levenstaak, onderling gelijkwaardig. Maar van die
twee had het ridderideaal een veel algemeener en sterker werking, omdat
daarin met het ethische zooveel aesthetische elementen waren vereenigd,
die voor iederen geest begrijpelijk waren.
De middeleeuwsche gedachtenwereld in het algemeen is in al haar deelen
doortrokken en doorzult met de geloofsvoorstellingen. Op soortgelijke
wijze is de gedachtenwereld van die beperkter groep, welke in de sfeer
van hof en adel leeft, gedrenkt in het ridderideaal. Zelfs
geloofsvoorstellingen worden op haar beurt in den ban der ridderidee
getrokken: Michael's wapenfeit was "la premiere milicie et prouesse
chevaleureuse qui oncques fut mise en exploict"; van hem neemt de
ridderlijkheid haar oorsprong; als "milicie terrienne et chevalerie
humaine" is zij een aardsche navolging van de engelenscharen om Gods
troon. [172]
Leidt de hooge verwachting, die men bouwt op de plichtsvervulling van
den adel, tot eenige nadere omschrijving van politieke denkbeelden
omtrent hetgeen den adel te doen staat? Ja, die van een streven naar
den universeelen vrede, gegrondvest op de eendracht der koningen, de
verovering van Jeruzalem en verdrijving der Turken. De onvermoeide
plannenmaker Philippe de Mezieres, die droomde van een ridderorde, welke
al de oude kracht van Tempel en Hospitaal zou overtreffen, heeft in zijn
_Songe du vieil pelerin_ een plan uitgewerkt, dat het heil der wereld
in de naaste toekomst scheen te waarborgen. De jonge koning van
Frankrijk,--het is geschreven omstreeks 1388, toen op den ongelukkigen
Karel VI nog zooveel hoop was gebouwd--, zal gemakkelijk vrede kunnen
sluiten met Richard van Engeland, even jong en onschuldig aan ouden
|