FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57  
58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>   >|  
ction faite de tout rapport a l'etre divin? Evidemment non! [84] Men ziet, dat Grotius niet dezelfde ideeen heeft als een St. Thomas en vele scholastieken. 't Is waar, hij spreekt van handelingen, die in zich zelf goed, die in zich zelf slecht zijn. Men mag hem derhalve niet zoo maar zonder meer onder de voorstanders rekenen van een moraal-positivisme. Wij weten ook, dat Puffendorf, de Cocceji, Glafeij en allen, die een positivisme beleden in de zedenleer, Grotius, hoe groot hij hun ook leek, op dit punt heftig bestreden hebben; en laten wij het er bijvoegen met succes. Grotius had zich bloot gegeven. Hij was niet principieel genoeg. Grotius zag niet in, dat God toen Hij den mensch schiep de natuurwetten niet geschapen had. Hij begreep niet dat God, den mensch scheppend, slechts wezens voortbracht, waarop noodzakelijke, altijd en overal onveranderlijk, zijn en blijvende, voorschriften, toepasselijk waren. St. Thomas vraagt zich af, wat de mensch noodzakelijk is; voor hem een openbaring van Gods heerlijkheid. Deze hier beginsel-kwestie, laat Grotius onbesproken, hij gaat er overheen, is misschien zelfs niet ongenegen om aan te nemen, dat de mensch anders aangelegd had kunnen zijn, dan hij feitelijk is. Het is hier, dat Grotius' fout ligt; tot gegronde opwerpingen gaf hij aanleiding. -Het willekeurig recht (gegeven recht.)- +I. Het menschelijk recht.+ Het willekeurig recht in 't algemeen wordt bepaald als volgt: "Gegeeven wet is die haer naeste oorspronk heeft uyt de wille des instellers." [85] Eerst bespreekt Grotius het door een menschelijken wil geworden recht, dewijl het door een grooter aantal menschen gekend is dan het goddelijke recht. Het menschelijk recht kan worden onderdeeld in burgerlijk recht, en in recht, dat zich minder ver dan dit, en in recht, dat zich verder uitstrekt. Burgerlijk recht, noemt men het recht, dat ontstaat door de burgerlijke overheid; en deze overheid is de macht, die voorzit in het gemeenebest. De "civitas" of het gemeenebest is "een volmaeckte vergaderinghe van vrije menschen, te samen vergadert om recht te ghenieten en ghemeijn profijts wille. (l. 1 c. 7 Sec. 14. 7 deg..) Het willekeurig recht, dat zich minder ver uitstrekt dan het burgerlijke, omvat de voorschriften van ouders ten overstaan hunner kinderen, van meesters tegenover hunne dienaren en dergelijke; het dankt derhalve zijn ontstaan niet aan de burgerlijke overheid, alhoewel het aan die macht is onder
PREV.   NEXT  
|<   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57  
58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>   >|  



Top keywords:

Grotius

 

mensch

 

overheid

 

burgerlijke

 

willekeurig

 

positivisme

 
voorschriften
 

menschen

 

gegeven

 

minder


derhalve
 

uitstrekt

 

gemeenebest

 

menschelijk

 

Thomas

 

geworden

 

kunnen

 

aangelegd

 
bespreekt
 

gegronde


menschelijken

 
feitelijk
 

dewijl

 

Gegeeven

 

bepaald

 
algemeen
 

opwerpingen

 
instellers
 

oorspronk

 

naeste


aanleiding

 

ouders

 

ghemeijn

 

profijts

 

overstaan

 

hunner

 

dergelijke

 
ontstaan
 

alhoewel

 

dienaren


kinderen
 
meesters
 

tegenover

 
ghenieten
 
vergadert
 
burgerlijk
 

verder

 

Burgerlijk

 

anders

 

onderdeeld