integendeel, de
meesten zien in de Groot een der beste pleitbezorgers in het proces der
renaissance met het theologisch-maetaphysisch stelsel--gelijk men het
gaarne noemt--der middeleeuwen.
De Groot treedt op voor de idee der renaissance [144]; "de Jure Belli ac
Pacis" is een der schitterendste pleidooien in dezen strijd.
Dat de laatsten, waaronder W. Dilthey [145], de uitnemende kenner der 16e
en 17e eeuw, gelijk hebben, zal in onze dagen wel niemand meer
ontkennen. Scholastiek is Grotius niet.
"Die Frage: Woran erkenne ich, was gerecht und was ungerecht ist?--setzt
die hoehere voraus: Wodurch ist Gerechtes und Ungerechtes, was bewirkt
diese Unterschiede, was ist die Quelle alles sollen? Die Antwort auf
letztere Frage ist daher das Entscheidende fuer jede Ethik." Aldus
Friedr. Stahl. [146] Hij heeft goed gezien.
Het antwoord op de vraag: Waarvandaan komt het, dat wij zeggen: de
mensch moet iets doen, iets laten; de mensch heeft een gedragslijn te
volgen; heeft zedelijke verplichtingen? Het antwoord op deze vraag
verschilt bij Grotius van dat der groote denkers der middeleeuwen.
Over de oplossing der traditioneele kwestie in de handboeken over
moraal-philosophie: "Wie of wat is de formeele grondslag of oorzaak van
het verplichtend karakter der natuurwet," zijn de volgelingen der
thomistische wijsbegeerte het niet eens [147]. Sommigen vinden den
formeelen grondslag der verplichting in God, optredend als wetgever; de
natuurwet is de mededeeling der "lex aeterna"; anderen,--en van dezen
moeten wij G. Vasquez [148] noemen,--meenen, dat de oorspronkelijke,
verplichtende kracht der natuurwet, niet in den wil eener overheid haar
oorzaak vindt, maar in de menschelijke natuur zelf of in het gevorderd
zijn voor--of in het strijdig zijn sommiger handelingen met --'s
menschen doel.
Daar, ons inziens, deze laatste meening de ware is, en zelfs de formeele
grondslag aller verplichting, niet in den wil eener overheid ligt, maar
in het natuurlijk bestaand of door een overheid geworden, verband,
tusschen eene gegeven handeling van iemand en zijne bestemming, daarom
achten wij een korte verklaring niet overbodig; deze zal daarbij een
beter begrip geven van het verschil, dat wij zien tusschen Grotius'
zedeleer en die der scholastieken, en wel in een der hoofdpunten: de
vraag naar de oorzaak "alles Sollen".
Volgens St. Thomas, heeft de mensch een doel, een levensbestemming.
Voor dat doel, om het te bereiken heeft de
|