ten het reeds, uit hetgeen wij boven gezegd hebben omtrent
Grotius' begrippen over het natuurrecht.
Hoeveel punten van overeenkomst er zijn te bespeuren tusschen Grotius en
St. Thomas, zal een aandachtige lezing van de door ons hier geciteerde
texten van St. Thomas, en van de Jure Belli ac Pacis van den anderen
kant doen zien.
Wonderlijk is het, hoe bij zooveel overeenstemming, beider gedachten
hemelsbreed kunnen verschillen. En de reden daarvan? Een feit, neem het
sociaal en redelijk aangelegd zijn van den mensch, wordt vruchtbaar,
geeft recht tot verdere gevolgtrekkingen, door vooraf aangenomen
beginselen. Deze nu verschillen hemelsbreed bij St. Thomas en de Groot.
De laatste wilde met behulp dezer feiten, door niemand te loochenen,
eene moraal en rechtsleer construeeren, die autonoom was, die op zich
zelve stond, en daarom passend was in elk systeem, voor allen, welke
wereldbeschouwing zij ook huldigden. [180] Het middel meende Grotius te
vinden in het princiep: volgens zijn natuur leven is goed leven.
Het was het beginsel der romeinsche oudheid.
Zij, die aan het bestaan gelooven van een Schepper van hemel en aarde,
die zich bekommert om zijn schepping, moeten tegelijkertijd aannemen,
dat het ook Gods wil is, te leven gelijk van nature onze geaardheid is.
Een ander idee heeft de Groot niet van de "lex aeterna", door hem zeker
bij name gekend.
* * * * *
Dat ook de stellige wet in een nieuw licht voor Grotius verschijnt, is
een gevolg van het voorgaande.
En de positieve menschelijke wet, en de positieve goddelijke wet is
noodzakelijk naar St. Thomas, meening. De positief-menschelijke wetten
zijn niet alleen nuttig, zij zijn noodzakelijk; en ter verklaring en
toepassing der natuurwet voor het praktische leven en om de onwilligen
door straf te dwingen, de maatschappelijke orde te bewaren. Homini
naturaliter in est quaedam aptitudo ad virtutem (q. 53 art. 1.) Sed ipsa
virtutis perfectio necesse est, quod homini adveniat per aliquam
disciplinam. [181]
De positief-goddelijke wetten zijn noodig, om den mensch te bestieren op
zijn weg naar een bovennatuurlijke bestemming. [182]
Of de positief-goddelijke en de positief-menschelijke wetten noodig zijn
volgens Grotius? De strafwet is zeker nuttig, is zij echter
noodzakelijk? Neen, want ook in dien toestand, waarin een ieder als
strafrechter kan optreden, is nog mogelijk een maatschappelijk leven.
Nuttig zijn ook de andere positi
|