FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76  
77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   >>   >|  
g naar haar zakuurwerk. Men hoorde rijzekens het horloge tikken. Ze sprak: --Het alkoollampje brandt nutteloos. Ze ging het uitdooven. Ze nam de sigaar op, die uit Albien's vingeren geglibberd was, en blies de assche uiteen langs het tafellaken. Met streelende zachtheid boog ze zich over Goedele en vroeg wat er deerde. --Ge moogt u niet ophitsen en schadelijke gepeinzen voeden. Wilt ge een druppelken munte? --Danke, moeder ... ik ben ongemakkelijk, ik lust niets ... 't zal geleidelijk overgaan. --Dat meen ik ook ... Mogen wij u morgen verwachten, Sebastiaan? Hij stond seffens recht en beloofde dat hij stellig komen zou. --'t Wordt nu late, voegde hij erbij, wel een endeken vernederd, omdat zij hem zoo dadelijk wegzond. Hij was echter min in zijn schik nu en vond het om dieswille niet onpasselijk, dat hij vertrekken mocht. Hij wist niet wat zijne houding zijn moest. Hij zou morgen meer weten. Goedele droogde hare oogen en bracht hem zijn overjas en zijn hoed. Niemand sprak daarbinst. Gedurig heerschte de wegende stilte. Op elkendeen's lippen lag een onbeduidend gezegde, dat iets verroeren zou in 't geluchte en een beetje rustigheid stichten, een beetje verstrooidheid te gelijk.... Naar niemand en dierf noch en sprak. Men haastte zich, in schijn onachtzaam en lui zich toonend, en de leegte die overal was, werd onverdraaglijk.... Sebastiaan vertrok. Ursule kwam voor Goedele staan en kruiste hare armen over hare borst. Ze beet haar toe: --Kijk op! Ze wilde in de hersens wroeten van haar onwillig kind en tusschen hare tanden heen sisten hare woorden. --Wat zijt ge van zin?... Ik vraag u--wat zijt ge van zin? ... Kijk op, zegge 'k. Wat zijt ge van zin.... Laat me zien in uwe oogen. En duik uw voorhoofd niet.... Op! wat is er? Ze bukte zich en stiet haar kinne naar voren, en een rimpel duwde de hoeken van haren mond neerwaarts. --'t Wordt tijd dat ik het weet.... Nu zal ik alzoo gesteend en gejammerd hebben om 't kwade gedrag van Romaan; nu zal ik alleen zijn rechte gebleven om de hoop, die ik stelde in u ... en nu zoudt ge 't leste gebouw omverre storten? Ze sloeg haar hoofd met een snok achterover, en stond daar een oogenblik met hatelijke blikken en dichtbeloken lippen, zich in te houden precies, om geen uiterst geweld te zeggen. Dan schoot ze uit, lijk een razende, onbeteugeld en afgrijslijk. --'t En zal!... Hoe gij 't ook draait of keert, hoe oolijk gij 't aanlegt, hoort ge?--'t E
PREV.   NEXT  
|<   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76  
77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   >>   >|  



Top keywords:

Goedele

 

morgen

 

Sebastiaan

 

lippen

 

beetje

 

vertrok

 
onverdraaglijk
 

Ursule

 

toonend

 

voorhoofd


overal
 

leegte

 

kruiste

 

tanden

 

sisten

 

hersens

 

wroeten

 

onwillig

 
tusschen
 

woorden


gesteend

 
precies
 

uiterst

 

geweld

 

zeggen

 
houden
 

dichtbeloken

 
achterover
 

oogenblik

 

hatelijke


blikken

 

schoot

 

oolijk

 

aanlegt

 

onbeteugeld

 

razende

 

afgrijslijk

 
draait
 

onachtzaam

 

hebben


gejammerd
 
neerwaarts
 

rimpel

 
hoeken
 
gedrag
 
gebouw
 

omverre

 

storten

 

stelde

 

alleen