FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66  
67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   >>   >|  
snel: "Dat kan niet zijn ... vergeef mij!" Een oogenblik te voren ... hoe na stond zij hem toen, zij was het lichtpunt van zijn leven, en nu plotseling zoo vreemd, zoo eindeloos ver van hem verwijderd! "Het kon ook niet anders," zeide hij zonder haar aan te zien. Hij boog en wilde zich verwijderen. X. Op dat oogenblik trad de vorstin het salon binnen. Haar gelaat betrok, toen zij die beiden alleen aantrof en hun verstoorde gezichten. Lewin boog zwijgend; ook Kitty zweeg zonder op te zien. "Godlof! zij heeft hem bedankt!" dacht de moeder en haar gelaat verhelderde en plooide zich tot het stereotype lachje, waarmede zij elken Donderdag haar gasten placht te ontvangen. Zij nam plaats en knoopte met Lewin een gesprek aan over het buitenleven. Ook hij was gaan zitten in afwachting van de komende gasten, om zich dan onbemerkt te verwijderen. Na eenige minuten trad een vriendin van Kitty binnen, de sedert den vorigen winter gehuwde gravin Nordston. Zij was een magere, gele, zwartoogige, ziekelijke en zenuwachtige vrouw. Zij droeg Kitty hartelijke genegenheid toe en was trotsch op haar. Haar neiging voor Kitty drukte zich in den wensch uit deze met Wronsky getrouwd te zien. Zij had Lewin, die zij bij het begin van den winter dikwijls bij Kitty had aangetroffen, nooit mogen lijden. Haar lievelingsbezigheid was hem in Kitty's bijzijn belachelijk te maken. Zij had het goed getroffen, want Lewin beantwoordde haar gevoel van afkeer en verachtte haar om hetgeen zij voor iets bizonders hield en waarop zij zich veel liet voorstaan: haar zenuwachtigheid en ziekelijke fijngevoeligheid, haar tegenzin in en haar onverschilligheid voor alles wat naar natuur zweemde en zich niet tot de stijve vormen der samenleving liet dwingen. De verhouding tusschen Lewin en gravin Nordston, overigens verstandige en goede menschen, was zoo gespannen geworden, dat zij elkander van ganscher harte verachtten, zoozeer, dat zij niet eens meer met elkander konden omgaan zonder zich de een door den ander beleedigd te gevoelen. Gravin Nordston schoot terstond op Lewin toe. "Aha, Constantin Dimitritsch! Weer in ons Babel teruggekeerd!" sprak zij en stak hem haar kleine, gele hand toe. "Heeft Babel zich bekeerd, of heeft Babel u ook bedorven?" voegde zij er, Kitty aanziende, met een schalksch lachje bij. "Het is voor mij een groote eer, dat u mijn woorden zoo goed onthoudt," antwoordde Lewin, die den tijd had gehad zich te beheersche
PREV.   NEXT  
|<   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66  
67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   >>   >|  



Top keywords:

zonder

 

Nordston

 

elkander

 

gasten

 

lachje

 

ziekelijke

 
gravin
 

gelaat

 

binnen

 

winter


verwijderen
 

oogenblik

 

vormen

 

getroffen

 

zweemde

 

stijve

 

tusschen

 

bijzijn

 
dwingen
 

belachelijk


natuur

 
verhouding
 

samenleving

 

zenuwachtigheid

 

fijngevoeligheid

 
bizonders
 

overigens

 
waarop
 

hetgeen

 

tegenzin


voorstaan

 

beantwoordde

 

gevoel

 

verachtte

 

afkeer

 

onverschilligheid

 

bekeerd

 
bedorven
 

voegde

 

teruggekeerd


kleine
 
aanziende
 

schalksch

 
antwoordde
 
beheersche
 
onthoudt
 

woorden

 

groote

 

verachtten

 

zoozeer