n zijn blinde gemoedsbeweging beschuldigde hij de vriendin,
die dit toch niet aan hem verdiend had, van een laagheid. Door haar
zachtmoedigheid en opzien tegen een breuk (en doordat Grimm juist in
Westphalen was) kwam 't tot een verzoening tusschen hen, zonder verdere
explicatie, maar 't gedrag van Rousseau liet een angel achter in 't hart
der beleedigde vrouw. Van dat tijdstip af aan drong Grimm er telkenmale
op aan, dat zij Rousseau zonder eenige konsideratie zou behandelen. Toen
hij in 't najaar uit Duitschland terugkeerde, voelde Rousseau de hoogmoed
en minachting van zijn vroegere vriend tegen hem, als ondragelijk. Hij
wilde geheel met hem breken, Mme d'Epinay bracht met moeite nog een
schijn-verzoening tot stand.
Ook St. Lambert was tijdelijk van den veldtocht teruggekeerd; om te
toonen dat hij aan de praatjes die er liepen geen 't minste geloof
hechtte, had hij met Mme d'Houdetot Rousseau in de Hermitage bezocht en
was bij hem blijven eten. Hij was een en al minzaamheid, evenals later
in zijn brieven, en deed of hij met warmte inging op Rousseau's illusie
van een teedere verhouding en een innig samenleven tusschen hen drieen.
Maar dit was alles de fijne levenskunst, die Rousseau nooit doorgrondde;
de kunst pijnlijke dingen glad en geruischloos te doen geschieden: toen
de kavalier weer vertrokken was vond de arme verliefde Mme d'Houdetot
zeer verkoeld. Zij ging de band zoetjes aan losser maken.
Men begrijpt dat hij na zulk een zomer van hevige emoties overspannen
was en niet veel noodig had om zijn evenwicht te verliezen. En toen kwam
juist de stoot, die hem ondersteboven wierp.
Op een dag in Oktober liet Mme d'Epinay hem vragen bij haar te komen en
vertelde hem, dat zij zich bezorgd maakte over haar gezondheid en zoo
spoedig mogelijk met haar zoontje, diens gouverneur en een paar
bedienden, naar Geneve dacht te gaan om zich onder behandeling te
stellen van Tronchin, een bekend geneesheer in die dagen. Of Rousseau
haar misschien wilde vergezellen; zij zou dat heel prettig vinden en
hoopte dat hij 't zou doen.
Rousseau begreep er niets van. Waarom moest juist hij mee naar Geneve,
niet haar minnaar of haar man? Maar den volgenden dag vertelde Therese,
die meer dan verstandig was met de dienstboden van 't kasteel placht te
praten, hem hoe 't praatje liep dat Mme d'Epinay een kind verwachtte en
naar Geneve ging om in 't geheim te bevallen. Nu begreep hij het. En
toen hij kort daarna een buitengewoon takteloos b
|