FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117  
118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   >>   >|  
Vol verrukking verkende hij de omgeving van zijn woning nog voor hij goed en wel op orde was, beliep alle paadjes, doorzocht alle boschjes, blij als een kind. Enkele dagen na zijn aankomst schreef hij aan Mme d'Epinay, dat hij, ondanks de rommeligheid van 't verhuizen, de drie vredigste en zoetste dagen van zijn leven had doorgebracht. En onverwachts begon, zooals de sneeuw op 't veld wegsmolt voor den zachten adem der lente, de hardheid die hij gemeend had nu voorgoed heel zijn wezen te zijn, weg te smelten in zijn gemoed. Hier buiten werd hij niet langer elk oogenblik herinnerd aan wat hem in Parijs zoo verbitterd had; hij zag niet aldoor om zich heen het gebrek en de overdaad, de verkwisting en de ellende; hij werd niet meer voortdurend geprikkeld door onuitstaanbare, gemaakte menschen. Dat alles kwam op 't tweede plan; nu genoot hij den toover der lente in de vrije natuur; zijn ziel genoot, zijn zinnen genoten, hij baadde in weelde-van-genot. En, zooals wanneer hij als jongeling trok door de lentelanden, zoo zalig bevredigd, zoo muziekvol, begonnen in hem zelven krachten te werken, wateren te murmelen, knoppen open te springen, wonderlijke keelen te schallen: de verbeelding, de lang gestremde, was weer vloeibaar geworden in hem. Er zijn dichters tot wien de verbeelding komt als een laaiend vuur dat zich over hen stort, een gloed waarin alle krachten van hun wezen verdwijnen; die de visionaire wereld oprijzend in hun binnenste, in een geweldig spannen hunner vermogens vastgrijpen tot in hare verste diepten en haar uiterste omtrekken. Er zijn er andere in wien zij zachter werkt, die langzaam, langzaam, uit een droomerige warmte van het gemoed, uit liefelijk-vage stemmingen, uit gevoelens en gedachten vol onbestemde teederheid, gestalten zich zien loswinden en een gebeuren oprijzen, zooals schepen opdoemen uit de mist. Zoo en niet anders, werkte de verbeelding in Rousseau. Het begon met droomen, ongekontroleerd door den wil, onbeinvloed door de rede, ontstaande onder de macht van stemmingen en aandoeningen, wortelend in de diepten van het organisme, lieflijke erotische droomen, die hij al zwervend eindeloos verder spon. Zoo droomen was voor hem altijd de zoetste zoetheid des levens geweest, de milde stroom zijner fantazieen had zijn eenzaamheid bevolkt met verrukkingen, hem die eenzaamheid doen liefhebben boven menschen-gezelschap. Maar nooit had hij, in zijn jeugd, de behoefte gevoeld om die droomen vast te houden
PREV.   NEXT  
|<   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117  
118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   >>   >|  



Top keywords:

droomen

 

verbeelding

 

zooals

 
stemmingen
 
menschen
 

genoot

 

langzaam

 

diepten

 

krachten

 

gemoed


eenzaamheid

 

zoetste

 

vastgrijpen

 
omtrekken
 
uiterste
 

andere

 
verste
 

zachter

 

warmte

 
liefelijk

droomerige

 

liefhebben

 

vermogens

 

gezelschap

 

hunner

 

behoefte

 
laaiend
 

houden

 

gevoeld

 
waarin

oprijzend

 

binnenste

 
geweldig
 

spannen

 
wereld
 

verdwijnen

 

visionaire

 

verrukkingen

 

onbeinvloed

 

altijd


ongekontroleerd

 

levens

 

dichters

 

zoetheid

 

verder

 
ontstaande
 
wortelend
 

organisme

 

erotische

 
aandoeningen