FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122  
123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   >>   >|  
oor de eerste de beste bekoorlijke vrouw, die 't lot naar zijn kluis voerde? Of was 't anders; leefde, voor hem zelf onbewust, in zijn binnenste op dat oogenblik de behoefte van den kunstenaar, door 't lichamelijk ervaren der liefde-begeerte en verrukking en liefde-smart die hij uitbeeldde zijn verbeeldingen op te voeren tot de hoogste intensiteit? Of kwam wellicht de eene drang bij de andere?[31] Wie durft 't beslissen? De onbewuste neigingen en begeerten, die de daden van den mensch mede-bestemmen, zijn vaak ondoorgrondelijk: een vat van mysterie is hij. Hoe 't zij, liefde-hartstocht was in hem opgelaaid, heet en schrijnend, vol onrust, omdat zijn worstelend hart zich schaamde, vol pijn, omdat wederliefde en bevrediging niet mogelijk waren, hij zelf die niet kon, niet mocht verlangen. Want de geliefde was de vrouw van een ander, was de minnares van een vriend, hem waard niet 't minst om de volkomen overgave waarmee zij hing aan dien minnaar, haar bezitten was zichzelf en haar schandvlekken, haar niet bezitten was onduldbaar lijden: zoo leed hij, zoo gloeide hij, zoo worstelde hij met zichzelven, zoo bad en smeekte hij in liefderazernij, om datgene waartegen al 't ideeele in hem, al zijn moreel gevoel opstond. Wat de vrouw aangaat, half verschrikt, half gevleid, half verteederd, --Rousseau was niet jong meer, maar ook nog niet oud, en uiterst beminnelijk: er straalde iets heel eigens van hem uit, iets hoogs en weeks in eenen, dat geen ander zoo bezat--trachtte zij den brand te blusschen dien zij had aangeblazen en koos om het te doen den slechtsten weg: die van aan de teederheid toe te staan wat de vlammen van hartstocht hooger moest doen oplaaien. Al wat de roman tusschen een man en vrouw, die minnaar en minnares zijn in alles, behalve in den sexueelen omgang, kan bevatten aan onbevrediging en ellende, aan stormen opvoerend tot extasen en extasen elk oogenblik dreigend in wanhoop om te slaan, dat alles was zijn deel gedurende de zoete bittere zomermaanden van zijn vijf en veertigste levensjaar, dat jaar waarin jeugd afscheid van hem nam. Zwaar was dat afscheid der jeugd, sloopend voor zijn lichaam en zijn zenuwstelsel. Toen zonk de vlam in een, in hem bleef niets dan wat asch van innering. Maar buiten hem groeide, schepsel van vuur en tranen, het wonderbare boek, geschreven in een taal vol teederheid en gloed als 't zingen van de gaal is in milde lentenachten: de "Nouvelle Heloise." In de vlammen van dat bo
PREV.   NEXT  
|<   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122  
123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   >>   >|  



Top keywords:

liefde

 
bezitten
 

minnaar

 

afscheid

 

vlammen

 

extasen

 

hartstocht

 

minnares

 
teederheid
 

oogenblik


oplaaien

 

hooger

 

straalde

 

uiterst

 

behalve

 
tusschen
 

beminnelijk

 

sexueelen

 
aangeblazen
 

blusschen


trachtte

 

slechtsten

 

eigens

 

buiten

 
Heloise
 

groeide

 

innering

 

schepsel

 

lentenachten

 

zingen


geschreven

 

tranen

 
wonderbare
 
Nouvelle
 

zenuwstelsel

 

wanhoop

 

dreigend

 

opvoerend

 

bevatten

 

onbevrediging


ellende

 
stormen
 

gedurende

 

waarin

 

sloopend

 

lichaam

 

levensjaar

 

bittere

 
zomermaanden
 
veertigste