FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134  
135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   >>   >|  
even inrichten naar eigen inzicht en eigen wensch. Arme man! Hij kende zich zelf zoo goed en toch zoo weinig--gelijk de meesten van ons. Hij vergat zijn gespletenheid; ja, het was zoo: in hem was de neiging tot alleen zijn, tot een vredig-teruggetrokken bestaan, --maar ook de neiging zich te geven, tot de menschen te gaan met een open hart en open handen, de behoefte aan vertrouwelijken omgang en aan bemind worden--die vooral. De hang tot de menschen was zijn eerste, oorspronkelijke aanleg, zijn diepste wezen dat altijd bleef, dat wel overwoekerd, maar, nooit uitgeroeid werd door zijn tweede ikheid, het wrochtsel van maatschappelijke invloeden en pijnlijke ervaringen, het ziekelijke wantrouwen, het niet minder ziekelijk zich nog slechts verdiepen in zich zelven. Het verdriet om de breuk met de oude vrienden bleef in hem schrijnen. Aan een goeden kennis in Geneve, die zijn vrouw verloren had, schreef hij bij wijze van troost in die dagen: "men heeft niet alles verloren zoolang men nog weent, het treuren om het oude geluk is nog een overblijfsel daarvan. Gelukkig hij, die wat hem lief is geweest nog in zijn hart draagt. O, geloof mij; ge kent niet de wreedste wijze het te verliezen: namelijk het te moeten beweenen terwijl het nog leeft." Aan dienzelfden kennis antwoordde hij, een aanbod van finantieele hulp afwijzend: "ik heb slechts honger naar een vriend." Ja, hij had weer honger naar affektie, naar zachtheid, hij had behoefte zijn hart verbonden te voelen aan andere harten; het sap der menschelijke mildheid steeg weer in hem, hij moest weer ranken maken. En er waren in zijn buurt velen die stonden te wachten met uitgestrekte handen om de zijnen te grijpen, hem vriendelijkheden te bewijzen en hem van dienst te zijn; aristokraten uit de hoogste kringen, vrouwen der groote wereld, menschen van een soort waarmee hij nog weinig in aanraking was geweest. Wat dreef hen? Enkel nieuwsgierigheid, verveling? De mode van den tijd, die eischte dat "men" een of ander letterkundig of wetenschappelijk licht aan zijn huis wist te verbinden, zooals de Romeinen der decadence er geleerde slaven op nahielden? Of werkte op hen zijn magische aantrekkingskracht, de warme rijkheid van zijn wezen, zijn betooverende charme? Of wel, kwam het een bij het andere? Onder de aristokratische kennissen, die Rousseau te Mont Louis maakte, zijn er eenige van beteekenis voor zijn verder leven geworden. Ten eerste Mme de Verdelin--alweer een jonge vr
PREV.   NEXT  
|<   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134  
135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   >>   >|  



Top keywords:

menschen

 

eerste

 

honger

 

kennis

 

verloren

 

slechts

 

behoefte

 

geweest

 

andere

 

neiging


weinig
 

handen

 

vrouwen

 
voelen
 
kringen
 
harten
 

zachtheid

 
vriend
 

waarmee

 

wereld


verbonden

 

menschelijke

 

affektie

 

groote

 

zijnen

 

stonden

 

wachten

 

uitgestrekte

 

grijpen

 

vriendelijkheden


aristokraten
 
mildheid
 
dienst
 

bewijzen

 

ranken

 

hoogste

 

Rousseau

 

kennissen

 
maakte
 
aristokratische

rijkheid

 

betooverende

 
charme
 

eenige

 
beteekenis
 

Verdelin

 
alweer
 

verder

 

geworden

 
aantrekkingskracht