FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74  
75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   >>   >|  
n voelbaar is, wil ik genieten.... Ik vraag het mij dagelijks af: 'k betaste mij en 'k vrage ... waar 'k zeer heb, waar ge mij zeer doet, gij allen, die niet leven wilt!... Ze stond rechte, lengde zich uit, groot wordend en hare sterkte uitspreidend om haar. --Mijn vleesch is struisch--maar binnenwaarts zegeviert de pijne. Ge martelt mij aldus, ge nijpt mijn herte thoope in enge banden van koud metaal. Waarom is alles dood wat ge mij te geven hebt? Waarom en toets ik niets dan doode dingen, allentwege doode dingen? Hebt gijlie geen polslag? hebt gijlie geen warme handen? hebt gijlie geen voelenden geest? --Goedele! Hij vatte haar bij den arm. Hij was gekrenkt. Hij zei kort, met bevende lippen: --Dat is slecht, wat ge doet. --Slecht?... Maar mijn hoofd berst en breekt. Wat hebbe'k miszeid? Mijn hoofd is een zware kasse, en 't weegt me, 't weegt me zoo pijnlijk. Wat draag ik daar al niet in, sinds jaren opgeraapt tallenkant! Die muren hier folteren mij. Ge zult mijn man worden. Mag ik me niet ontlasten bij u? Moet ik de sterkste zijn, en ben ik slecht, omdat ik u een part geef van 't schrikkelijk gewichte? Ik wil niet meer leven alzoo. In dees huis ben ik onvolledig en voel ik nood. Gij zijt gekomen. Gij zegt dat gij me lief hebt.... Ze werd gewaar dat hare stem zeeg en te trillen begon; ze hief hare kin omhoog en rok haren hals uit. Ze wilde hare woorden niet belijden, ze zoo maar uitspreken, zonder dat ze een smertelijke herinnering opwekken mochten. --Dat ge ... mij lief hebt ... ja. Leef nu! Doe niet mee met de doening van heel dees huisgezin. Kijk rond u.... Vader speelt met popjes. Grootvader is een roerende schaduw. Moeder ... och, moeder ... Sebastiaan ... is me vaak lijk een noodlottige figure, gaande in steenen stilzwijgendheid.... En gij nu nog vingert in een vunzig verleden.... Is zoo de wereld, zoo de menschelijkheid?... Ik weet niet meer, ik twijfel en ik lijd: ben ik abnormaal? Ze dwong stille haren arm los. --Ben ik buiten nature, en gijlie te zaam, leeft gij waarachtig naar 't gebod van uw wezen? Ik word onzeker. Ik haper in mijn gepeinzen. Ik bekijk alles te vergeeft ... te vergeeft, want uw aller zicht drijft me slechts tot opstand.... En dulden wil ik, verdraagzaam, gedwee ... en ik ween als ik eenzaam zit--Mocht ik dat alles u niet zeggen? Hij lei zijn magere handen, in blank gebaar, over zijn aangezicht en liet ze erover trage neerwaarts zijgen. Hij sloot zijn oogen en verdr
PREV.   NEXT  
|<   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74  
75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   >>   >|  



Top keywords:

gijlie

 

vergeeft

 

Waarom

 
handen
 

slecht

 
dingen
 

Moeder

 

stilzwijgendheid

 
Sebastiaan
 
figure

noodlottige

 

steenen

 
gaande
 
moeder
 
doening
 

uitspreken

 

belijden

 

zonder

 

smertelijke

 
opwekken

herinnering

 
woorden
 

omhoog

 

mochten

 

speelt

 

popjes

 
Grootvader
 
roerende
 

huisgezin

 

schaduw


buiten

 

eenzaam

 

zeggen

 

gedwee

 

verdraagzaam

 

slechts

 

drijft

 
opstand
 

dulden

 

magere


zijgen
 

neerwaarts

 
erover
 
gebaar
 
aangezicht
 

twijfel

 

abnormaal

 
stille
 
menschelijkheid
 

vunzig