r de _boeken_ zijn,
als er werd schoongemaakt? Hij wilde zich eene soort van _honorable
retraite_ verzekeren.
--_Dat zeker_! zei mevrouw doodelijk onverschillig, maar als je niet
wilt, enfin.
--Och, lieve vrouw! zei hij, hare fijne hand streelende, laat je
schoonmaakster maar komen!
Den volgenden morgen kreeg mijn vader geweldig berouw over zijne
zwakheid, maar het was te laat.
Borstels, zeemlappen, raagbollen, rookende potten met zeepsop en
pokdalige sponsen vulden weldra de bibliotheek, en een oogenblik daarna
leverde deze stille rustige kamer een rampzalig schouwspel op, waarnaar
mijnheer v. N. radeloos stond te kijken.
Ramen en deuren werden geopend, oude portretten, al fronsten zij het
voorhoofd in verontwaardiging, door elkaar en het onderstboven in de
gang gezet om te luchten! _Apollo_ en _Diana_ afgeschuierd wordende, de
eerwaardige rug van _Ignatius_ geboend met zeemen lappen, _Bijnkershoek_
en _Flavius Josephus_, _Herodotus_ en _Guicchardini_, door armen met
opgestroopte mouwen uit hunne rustige standplaatsen gehaald om alle
naderhand weder op verkeerde plaatsen neergezet te zullen worden; risten
boeken uit eene onhandige omarming--qui trop embrasse, mal
etreint--uitspattende en van eene hoogte van zes planken neertuimelend,
de _kerkvader Eusebius_ en _Buma's boerenbruiloft_, tegen elkander
geklopt, dat de profane en geestelijke stofwolken door elkander vlogen
en de oude kerkvader in zijn hoornen band ontwricht werd!
Wat eene chaotische omverwerping des choses les plus saintes!
* * * * *
Den geheelen dag was mijnheer v. N. uit zijn humeur, niets was goed,
alles maakte hem kregelig, nergens in huis vond hij iets op zijne
plaats, en als hij het waagde in de bibliotheek te gaan om, iets te
zoeken, keerde hij verschrikt terug voor de norsche blikken der
schoonmakende wandalen. Zoo was het tot 's middags, toen mijnheer Tjilp
kwam eten en zijn kalm en tevreden gelaat zich vertoonde. Toen kwam er
afleiding en de bui dreef langzaam over; ik geloof, dat eene fijne ham
er 's middags het hare toe bijbracht en dat de opvoering daarvan door
mevrouw v. N. behendig berekend was. De goede luim was geheel hersteld,
toen de ham op de tafel kwam.
Maar toen het gerecht afgeloopen was----o! waarom hadden zij de ham maar
niet spoedig weggenomen--daar valt mijnheer v. N.'s blik op het
uitgeknipte papier, dat om het been was gewonden.
Tot onze verbazing zagen wij hem dat er afneme
|