schikking
over de tuighuizen, en hij maakte daarvan een goed gebruik om zijn
fregat zoo snel mogelijk uit te russen.
Zooals het wel eens meer gebeurt geschiedde het ook thans; toen
men besloten had om het monster te vervolgen, verscheen dit niet
meer. Gedurende twee maanden hoorde niemand er over spreken,
geen schip ontmoette het dier. Het was alsof die eenhoorn kennis
droeg van de samenzwering welke tegen hem gesmeed werd; men had er
zooveel over gesproken en zelfs door middel van den transatlantischen
telegraafkabel! Daarom beweerden enkele spotters dat die slimme kwant
eenig telegram had opgevangen, waarmede hij nu zijn voordeel deed.
Derhalve wist men niet waarheen het fregat gezonden moest worden, nu
het voor een verren tocht uitgerust--en van verbazende vischtoestellen
voorzien was. Men werd hoe langer hoe ongeduldiger toen men den 2den
Juli vernam dat de Tampico, eene boot van San Francisco naar Shanghai,
het dier drie weken geleden wederom in het noordelijk gedeelte van
de Stille Zuidzee gezien had. De ontroering, welke deze tijding
veroorzaakte, was buitengemeen groot. Men liet den kapitein Farragut
geen vierentwintig uur beraad; zijne victualie was aan boord;
hij had kolen in overvloed, niemand ontbrak er op de scheepsrol,
hij behoefde zijn schip slechts onder stoom te brengen en het anker
te lichten; men zou hem een dag oponthoud kwalijk genomen hebben,
bovendien verlangde de kapitein niets liever dan te vertrekken.
Drie uur voordat de Abraham Lincoln van de kaai van Brooklyn werd
losgemaakt, ontving ik den volgenden brief:
Mijnheer, 3 Juli 1867.
"Indien gij lust gevoelt om den tocht met den Abraham Lincoln mede te
maken, zal de regeering der Vereenigde Staten met genoegen zien dat
Frankrijk daarbij door u vertegenwoordigd wordt. De Kapitein Faragut
heeft eene hut ter uwer beschikking.
Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn.
Uw. Dw. Dienaar, J. B. Hobson, Secretaris aan het Departement van
Marine.
Den WelEdel Hoog Geleerden Heer den Heer Aronnax, professor aan het
museum te Parijs. Hotel der vijfde Avenue te New-York.
HOOFDSTUK III
De trouwe knecht.
Drie seconden voor ik den brief van den heer Hobson kreeg, dacht ik
er evenmin aan om den eenhoorn te vervolgen als om de Noordwestelijke
doorvaart te gaan zoeken, maar drie seconden na den brief te hebben
gelezen, begreep ik eindelijk dat mijne wezenlijke roeping, het
eenige doel van mijn leven was om dit onrustbarende monst
|